§4.1 Toename en afname in procenten

§4.1 Toename en afname in procenten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4.1 Toename en afname in procenten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Vragen over voorkennis
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je berekenen hoeveel procent er toe of afgenomen is. 

Slide 3 - Tekstslide

Toename in procenten

Slide 4 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-

Slide 5 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?

Slide 6 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-

Slide 7 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?

Slide 8 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Wat is de huurtoename in euros?
273 - 265 = 8. Dus een toename van €8,-
Wat is de toename in procenten?
We gebruiken weer een procententabel.

Slide 9 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Slide 10 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging

Slide 11 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265

Slide 12 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8

Slide 13 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?

Slide 14 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x

Slide 15 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x

Slide 16 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265

Slide 17 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265

Slide 18 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 19 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...

Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 20 - Tekstslide

4.1: Toename en afname in procenten.
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...
Dus een toename van 3,0%.
Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 21 - Tekstslide

Een boek kostte eerst €10,-. Na de prijsverhoging kost het boek €15,-. Met hoeveel procent is de prijs van het boek gestegen? (Invullen met %-tekentje)

Slide 22 - Open vraag

Afname in procenten

Slide 23 - Tekstslide

Een trui kostte eerst €50,-. Na de prijsdaling kost de trui €42,50. Met hoeveel procent is de prijs van het boek gedaald? (Invullen met %-tekentje)

Slide 24 - Open vraag

§4.1 Toename en afname in procenten
Maken:                     Kader: Opdracht 1 t/m 9  op blz. 140 en 142.
                                     GL: Opdracht 1 t/m 9 op blz. 196 en 198
                                     Schrijf je berekeningen op!!

Hoe:                         Fluisterend overleggen.

Klaar:                         Kijk je werk na. Daarna verder met Studyflow 20                                       minuten op studieflow. 
Helemaal klaar?:    Rustig iets voor jezelf.



Slide 25 - Tekstslide