koppelteken en weglatingsstreepje havo 2

Deze les:
- Vragen ter controle
- Uitleg
- Oefenen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
- Vragen ter controle
- Uitleg
- Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is correct?
A
kassa medewerker
B
kassamedewerker
C
kassa-medewerker

Slide 2 - Quizvraag

Wat is correct?
A
oud collega
B
oudcollega
C
oud-collega

Slide 3 - Quizvraag

Wat is correct?
A
lente ui
B
lenteui
C
lente-ui

Slide 4 - Quizvraag

Wat is correct?
A
hotel restaurant
B
hotelrestaurant
C
hotel-restaurant

Slide 5 - Quizvraag

Wat is correct?
A
televisie en telefoon abonnement
B
televisie en telefoonabonnement
C
televisie- en telefoonabonnement

Slide 6 - Quizvraag

Wat is correct?
A
mooie en lelijke lampen
B
mooie en lelijkelampen
C
mooie- en lelijke lampen

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg koppelteken
Gebruik bij een samenstelling (woord+woord=nieuw woord)
ALS er sprake is van:
- een klinkerbotsing (bijvoorbeeld: eu, ie, ee, au, ou, oo enz.)
- een afkorting, teken, letter (#-teken, t-splitsing, vwo-leerling)
- een tweede deel met een hoofdletter (Noord-Holland)
twee gelijkwaardige delen (je bent chef EN kok = chef-kok)
- een voorvoegsel uit de lijst (zie boek)

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg weglatingsstreepje
Bij weglating van een deel van een woord!!!
Wel: trouwpakken en - jurken
Niet: rustige en drukke wegen

Slide 9 - Tekstslide

Nu doen:
- afmaken spelling: koppelteken en weglatingsstreepje
- maken spelling: pv tegenwoordige tijd

Slide 10 - Tekstslide