Domein E4 Erfelijkheid - PLS1337

Overzicht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijkheid, celdeling en eiwitsynthese
Maar hoe komen deze antigenen aan de buitenkant van de cel?

Slide 3 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Herhaling
Het ABO-Allel ligt op chromosoom 9. het linkerplaatje is een voorbeeld van het ABO-Allel.

Slide 4 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Erfelijkheid, celdeling en eiwitsynthese

De essentie van eiwitsynthese ligt in het proces waarbij cellen eiwitten produceren op basis van de genetische instructies in hun DNA. Deze processen vinden plaats in de celkern en het cytoplasma.
1. Transciptie
2. RNA verlaat de kern
3. Translatie
4. Maken van Eiwitten

Slide 5 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Erfelijkheid
Erfelijkheid is: het doorgeven van erfelijke eigenschappen van generatie op generatie

In alle cellen van een kind zit de helft van de erfelijke eigenschappen van de vader en de helft van de moeder
Erfelijkheidsonderzoek
Erfelijkheidsonderzoek is het bestuderen van DNA, de genen en/of de chromosomen
Ook wordt er gekeken naar erfelijke aandoeningen
- Prenataal onderzoek
- Hielprik (na de geboorte)


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA en genen
DNA
De belangrijkste drager van erfelijke informatie

Chromosomen
Bestaan uit lange strengen DNA
Komen in paren voor (1 van vader, 1 van moeder)

Gen
Stukje chromosoom dat informatie voor een erfelijke eigenschap bevat (bijvoorbeeld haarkleur)
Mutatie
Verandering in erfelijk materiaal
Goed, slecht of geen resultaat


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technieken
De mens kan ingrijpen in de erfelijke informatie door gebruik te maken van:
- Recombinant DNA
- Kloneren
- Cris-cas
Doel: de gewenste eigenschappen te verkrijgen




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karyogram
Lichaamscellen: paren chromosomen (46 chromosomen)
22 paren chromosomen
1 paar geslachtschromosomen
Vrouw: XX en man XY


Geslachtscellen: enkelvoudige chromosomen (23 chromosomen
Zaadcellen van man, eicellen bij de vrouw



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karyogram
Afbeelding van chromosomen tijdens celdeling
Wordt gebruikt voor:
Onderzoek naar chromosoomafwijkingen bij prenataal onderzoek:
Vlokkentest
Vruchtwaterpunctie
Eventuele afwijking
Afwijkend aantal chromosomen
Chromosomen met een afwijkende vorm


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technieken
De mens kan ingrijpen in de erfelijke informatie door gebruik te maken van:
- Recombinant DNA
- Kloneren
- Cris-cas
Doel: de gewenste eigenschappen te verkrijgen




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke is dit?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Even tussendoor) Celdeling
Moedercel: de cel die gaat delen (altijd 46 chromosomen)
Dochtercel: de cellen die uit de moedercel ontstaan

Mitose
Vormen de nieuwe lichaamscellen
Belangrijk bij groei en herstel
Dochtercel hetzelfde als moedercel (46 chromosomen)

Meiose / reductiedeling
Vormen van nieuwe geslachtscellen
Het aantal chromosomen is gehalveerd, belangrijk bij voortplanting
De dochtercellen zijn verschillend van moedercel



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monohybride Kruisingsschema

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-chromosomale kruising

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Co dominantie
ABO-bloedgroepensysteem

Drie Allelen:
- IA voor de aanmaak van factor A
- IB voor de aanmaak van factor A
- i- of i voor de aanmaak van factor A

IA en IB zijn co-dominant en beide dominant ten opzichte van i
I is recessief
Genotype van bloedgroepen:
- Bloedgroep A: IA IA of IAi
- Bloedgroep B: IB IB of IBi
- Bloedgroep AB: IA IB
- Bloedgroep O: ii


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Multiple allelen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
9 jongen.
Fenotype
6 Grijs
3 Bruin
Welk percentages zou je verwachten bij deze allelen?



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lethale factoren
9 jongen.
Fenotype
6 Grijs
3 Bruin
Welk percentages zou je verwachten bij deze allelen?



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gekoppelde genen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gekoppelde genen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom
X-chromosomaal? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te onthouden
Bedenk altijd eerst met wat voor type overerving je te maken hebt (hoeveel allelen? X-chromosomaal of autosomaal?)


Maak een kruisingsdiagram en zorg voor de juiste notatie (X-chromosomaal: XA, autosomaal A, Co dominant IA etc.)


Check goed wat wordt gevraagd: Kans op aantal? Bijvoorbeeld kinderen die zoon zijn

Tel de verschillende fenotypen die voorkomen en bereken de percentages.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies