20220613 VEPL419AH leerjaar 3 voorbereiding op toets 4: betoog
Nederlands
VEPL419AH
13 juni 2022
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Nederlands
VEPL419AH
13 juni 2022
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Planning betoog VEPL419AH
20 juni: Merel en Britt
27 juni: Nina en Nayra
Slide 3 - Tekstslide
Planning VEPL419AH
Toets 01: drogredenen 11 november 2021
Boekverslag: 07 maart: inleveren via CumLaude
Toets 02: Boek: 14 maart 2022
Toets 03: Betoog/beschouwing: 16 mei
Toets 04: Spreken: 20 & 27 juni 2022
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen: Betoog
Stelling
Kern
Inleiding
Slot
Slide 5 - Tekstslide
Betoog
Je geeft je mening
Stelling nodig
Argumenten
Duidelijke conclusie
Overtuigende tekst
De ander overtuig je door jouw argumenten
Zin waarover je van mening kunt verschillen
Uitleg en voorbeeld geven
Conclusie in het slot
Slide 6 - Tekstslide
Hoe verzin je zelf een stelling?
Stelling is kort en krachtig
Een stelling is zo eenvoudig mogelijk
Er mag geen ontkenning in staan
Je moet iets verzinnen waar mensen het oneens over kunnen zijn
Er mag geen argument in de stelling staan
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Opbouw van jouw betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
Inleiding met stelling
Kern met argumentatie - Minimaal vier argumenten voor - Minimaal twee argumenten tegen - Weerlegging van de twee tegenargumenten
Slot
Slide 9 - Tekstslide
KERN of MIDDENDEEL
Start met verschillende feiten over het onderwerp.
Opbouw in verschillende alinea's.
Vier argumenten die de stelling onderbouwen.
Twee argumenten tegen de stelling.
Weerlegging van de twee tegenargumenten
Slide 10 - Tekstslide
KERN: Argument, tegenargument en weerlegging
Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een tegenargument of weerlegging.
Voorbeeld:
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).
Slide 11 - Tekstslide
INLEIDING
- Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
- Uitdagende openingszin
- Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
- Anekdote
- Persoonlijke ervaring
- Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
- Eindigen met je stelling
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
SLOT
Herhaling van de stelling
Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
Toekomstverwachting
Je mag ook een combinatie maken!
Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie
Slide 14 - Tekstslide
SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer. Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!
Slide 15 - Tekstslide
Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst.
Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!
Slide 16 - Tekstslide
Even samenvatten
een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
een betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling
een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen
je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken