1.8 spelling

Nederlands klas 2 Basis
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 2 Basis

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen van vandaag
je weet hoe je en persoonsvorm in de zin vindt
je weet hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt
We hebben bekende leestekens herhaald 
Je hebt kennisgemaakt met nieuwe leestekens
je weet wat je voor de volgende les kunt voorbereiden
je hebt je vragen gesteld en ze zijn beantwoord

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 3 - Open vraag

Kees eet een tosti.
Eet Kees een tosti?
Kees en Truus eten een tosti.
Kees at een tosti.

Slide 4 - Tekstslide

Kijk samen na: 1 (1.8, blz 65)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Kijk samen na:  2, 3, en 4 blz. 66

Slide 8 - Tekstslide

oefening 3 - tegenwoordige tijd=nu
a. rijdt 
b. bezoeken we
c. ergert zich
d. geniet
e. ontdekt, houdt
f.  praten ze

Slide 9 - Tekstslide

Hoe had je dit huiswerk gemaakt?
A
Goed! Ik had bijna geen fouten.
B
Matig, ik had nog best veel fouten.
C
Ik had het thuis niet gemaakt.
D
Ik was tijdens de les andere dingen aan het doen.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Punt, vraagteken, komma, uitroepteken
Leestekens helpen je bij het juist lezen van de tekst.
 In leerjaar 1 heb je de punt, het vraagteken, de komma en het uitroepteken geleerd. 
De punt, het vraagteken en het uitroepteken staan aan het eind van een zin. 
De komma staat in de zin.

Slide 12 - Tekstslide

Zelf aan de slag:
Maak opdracht 5+6 
blz. 67




Klaar? kijk dan vast naar je huiswerk!
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

voor de volgende keer...
maken opdracht 7 t/m 9
Als je niet kunt samenwerken werk je alleen.
lees de theorie nog eens door van 1.8
Een directe rede is wat er echt gezegd wordt!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

lesdoelen van vandaag
je weet hoe je en persoonsvorm in de zin vindt
je weet hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt
We hebben bekende leestekens herhaald 
Je hebt kennisgemaakt met nieuwe leestekens
je weet wat je voor de volgende les kunt voorbereiden
je hebt je vragen gesteld en ze zijn beantwoord

Slide 16 - Tekstslide

Hebben we ons doel gehaald?
Wat heb jij er voor gedaan?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide