H4 AK examentraining na 2.3 en na 2.6

Lessen deze week:
Groep op school dinsdag en donderdag:
- deels samen, deels zelfstandig maken examentrainingen
- Hierbij herhalen we direct de stof van de eerste 6 paragrafen
Groep op school op vrijdag: 
- Zelfstandig maken examentrainingen na par 2.3 en 2.6
- Vrijdag nabespreken met herhaling stof eerste 6 paragrafen





1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lessen deze week:
Groep op school dinsdag en donderdag:
- deels samen, deels zelfstandig maken examentrainingen
- Hierbij herhalen we direct de stof van de eerste 6 paragrafen
Groep op school op vrijdag: 
- Zelfstandig maken examentrainingen na par 2.3 en 2.6
- Vrijdag nabespreken met herhaling stof eerste 6 paragrafen





Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1
- zoek in de atlas de kaarten van het wind- en druksysteem op!
Begrippen:
Hoge drukgebied
Lage drukgebied

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
In januari kent Zuid-Amerika een hogere neerslag dan in juli.
Leg met behulp van het begrip ITCZ uit waardoor de neerslag in januari zo hoog is. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Denkstappen
- Meer neerslag in januari? ITCZ = Lage drukgebied = opstijgende lucht =  neerslag 
--> dus de ITCZ moet dan in de buurt liggen
...en dat klopt ook!

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Oorzaak: In januari schuift de intertropische convergentiezone (ITCZ) naar het zuidelijk halfrond.

Gevolg: Omdat bij dit lagedrukgebied veel regen valt en Zuid-Amerika grotendeels op het zuidelijk halfrond ligt, is de neerslag in januari op dit continent hoger dan in juli.

Slide 7 - Tekstslide

2: Beredeneer uit welke richting de wind in Lima meestal waait.
Denkstappen: 
hoe ontstaat wind?
Op welk halfrond ligt Lima?
- Afwijking naar rechts op noordelijk halfrond
- Afwijking naar links op zuidelijk halfrond
Wind waait van keerkring naar evenaar

Slide 8 - Tekstslide

2: Beredeneer uit welke richting de wind in Lima meestal waait.
Antwoord: 

Lima ligt op lage breedte op het zuidelijk halfrond, waardoor hier meestal de zuidoosten passaat waait.

Slide 9 - Tekstslide

3: Leg met behulp van het begrip atmosferische circulatie uit, waardoor het op de kaart zichtbare patroon van zeestromen ontstaat.

Slide 10 - Tekstslide

3: Leg met behulp van het begrip atmosferische circulatie uit, waardoor het op de kaart zichtbare patroon van zeestromen ontstaat.
Zeestromen ontstaan doordat luchtstromen het zeewater meesleuren. Het patroon van zeestromen volgt daarom min of meer het patroon van luchtstromen volgens de atmosferische luchtcirculatie.

Slide 11 - Tekstslide

4.
De Peruaanse hoofdstad Lima kent een bijzonder klimaat. Het is er extreem droog en niet bijzonder warm.
Leg met behulp van de atlas uit waardoor Lima dit bijzondere klimaat heeft. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.













Slide 12 - Tekstslide

Leg met behulp van de atlas uit waardoor Lima dit bijzondere klimaat heeft. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Denkstappen: 
- Waarom niet zo warm? Het ligt toch dichtbij de evenaar?

- Waarom zo droog? Het ligt toch in de zone van de ITCZ een groot deel van het jaar?

Slide 13 - Tekstslide

Leg met behulp van de atlas uit waardoor Lima dit bijzondere klimaat heeft. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Denkstappen: 
- Waarom niet zo warm? Koude zeestroom = verkoelend effect 

- Waarom zo droog? Koude zeestroom = weinig verdamping = weinig condensatie = weinig neerslag


Slide 14 - Tekstslide

De stad Ushuaia kent een vochtig toendraklimaat.













Geef een verklaring voor de lage temperaturen in Ushuaia. Je verklaring moet een situatiebeschrijving en een algemene regel bevatten.













Slide 15 - Tekstslide

Ushuaia ligt op een hoge breedte (situatiebeschrijving).  Dit zorgt voor lage temperaturen.












Op hoge breedte is de invalshoek van de zon laag (algemene regel).













Slide 16 - Tekstslide

Beredeneer welke klimaatfactor de oorzaak van de relatief hoge neerslag in Ushuaia zou kunnen zijn.
de gebergtes rondom Ushuaia zorgen voor stuwingsregens.













Klimaatfactoren
- Breedteligging
- Zeestromen
- Invloed van gebergte

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 2 van examentraining af als huiswerk!

Slide 18 - Tekstslide

Donderdag
Verder met de examentraining
- nabespreken opdracht 8 en...?
- Samen maken opdracht

Slide 19 - Tekstslide


Zuidoost Peru ontvangt in januari meer regen dan in juli. Dit heeft te maken met het optreden van de moesson.

Beredeneer uit welke richting deze moesson waait.
Wat is een moesson?

Slide 20 - Tekstslide

Moesson
Wanneer de noordoosten passaat de evenaar kruist, krijgt die wind op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. 

Dit betekent dat er een noordwesten moesson ontstaat.

Let op: Altijd 'met de wind in de rug'
Passaat
Moesson 

Slide 21 - Tekstslide

24
Beredeneer met behulp van de geofactoren en de begrippen versnelde bodemerosie en verzilting waarom Noord-Argentinië kwetsbaar voor verwoestijning is.
Geofactoren
Bodemerosie
Verzilting

Slide 22 - Tekstslide

Denkstappen
Geofactoren: welke spelen een rol?
- Klimaat --> droog
- water --> beperkt
- Plant --> kunnen moeilijk groeien
 
Het klimaat in Noord-Argentinië is droog. Dit gebrek aan water in het landschap betekent dat er weinig planten kunnen groeien. 
Geofactoren
Bodemerosie
Verzilting

Slide 23 - Tekstslide

Denkstappen
Bodemerosie: 
Als de schaarse vegetatie verstoord wordt, kan makkelijk versnelde bodemerosie optreden.
 
Verzilting: 
Irrigatielandbouw in dit soort droge gebieden kan daarnaast verzilting in de hand werken

==> landdegradatie --> verwoestijning
Geofactoren
Bodemerosie
Verzilting

Slide 24 - Tekstslide