Oefentoets havo 4 - h3

Oefentoets havo 4 - h3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefentoets havo 4 - h3

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke windrichting waait de passaat op het noordelijk halfrond?
A
N.O.
B
N.W.
C
Z.O.
D
Z.W.

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitspraak over het verschil tussen een warme en een koude zeestroom is juist?
A
Een koude zeestroom bestaat uit opwellend diepzeewater.
B
Een warme zeestroom stroomt vanuit een relatief warm gebied naar een kouder gebied.
C
Koude zeestromen komen alleen voor rondom Antarctica.
D
Een warme zeestroom stroomt van de polen richting de evenaar.

Slide 3 - Quizvraag

Welk van de onderstaande klimaten volgens Köppen is een landklimaat met een droge winter?
A
Aw
B
Cw
C
Dw
D
Ew

Slide 4 - Quizvraag

Noem de drie klimaatfactoren.

Slide 5 - Open vraag

Welk kenmerk hoort bij de subtropische zone?
A
Leerachtige bladeren
B
koude winters
C
zomergroen loofwoud
D
zeer vruchtbare bodems

Slide 6 - Quizvraag

Waarom vind je (vanuit de zee gezien) achter de bergen vaak een woestijn?

Slide 7 - Open vraag

In de tropische zone zijn bodems meestal niet zo vruchtbaar. Waarom zijn bodems op Java daarentegen wel vruchtbaar?

Slide 8 - Open vraag

Wat is er rond 1500 voor Christus op Santorini gebeurd?

Slide 9 - Open vraag

Hoe kan verzilting leiden tot verwoestijning?

Slide 10 - Open vraag

Van welk begrip is verwoestijning een voorbeeld?
A
klimaatverandering
B
landdegradatie
C
ontbossing
D
verzilting

Slide 11 - Quizvraag

Waarom kan drainage verzilting tegengaan?

Slide 12 - Open vraag

In het Middellandse Zeegebied is de intensiteit van de neerslag hoog. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Dat de hoeveelheid neerslag van jaar tot jaar sterk kan verschillen.
B
Dat de neerslag alleen in de winter valt.
C
Dat de neerslag vaak in de vorm van hagel valt.
D
Dat de neerslag vaak in korte, heftige buien valt.

Slide 13 - Quizvraag

Beredeneer met behulp van de geofactoren welke invloed mondiale opwarming heeft op plant en dier in de aride zone.

Slide 14 - Open vraag

Hoe kan het dat de moesson in India voor grote overstroming kan zorgen?

Slide 15 - Open vraag