3.3.1 Je kunt een kruisingsschema opstellen van een monohybride kruising.
3.3.2 Je kunt de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema of stamboom van een monohybride kruising
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Genetica H4 les 2
Monohybride kruising
3.3.1 Je kunt een kruisingsschema opstellen van een monohybride kruising.
3.3.2 Je kunt de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema of stamboom van een monohybride kruising
Slide 1 - Tekstslide
Hoe beantwoord ik een vraag met een kruisingsschema?
1. Wat voor soort kruising is het? --> normaal, intermediare, geslachtelijk etc.
2. Begin met alle belangrijke informatie op te schrijven!
Welke opties zijn er voor fenotypen + genotypen (allelen)
Wat is er bekend van de ouders (geno+feno)
of
Wat is er bekend van de kinderen (geno + feno)
Slide 2 - Tekstslide
Hoe beantwoord ik een vraag met een kruisingsschema?
3. Wat wordt er gevraagd?
4. Verwerk de informatie op de goede plekken in een kruisingsschema
5. Schrijf je antwoord op en kijk of je ook echt de vraag beantwoord!
Slide 3 - Tekstslide
Zelf maken:
Het gen voor de paarse bloemen is dominant over het gen voor witte bloemen. Een tuinder kruist paarse bloemen die homozygoot zijn voor de bloemkleur met witte bloemen.
Hoe groot is de kans op een paarse bloem uit de F1?
timer
3:00
Slide 4 - Tekstslide
Nu op H4 niveau
Maak opdracht 1 van het blaadje
timer
4:00
Slide 5 - Tekstslide
Intermediair/codominant
Slide 6 - Tekstslide
Oefenen
Maak opdracht 2 van het blaadje
timer
4:00
Slide 7 - Tekstslide
X- Chromosomaal
Slide 8 - Tekstslide
X- Chromosomaal
Slide 9 - Tekstslide
X- Chromosomaal
F2
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Huiswerk
3.3: 28, 29, 32 (lees het stukje over stambomen), 35, 36