Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
Het lijdend voorwerp is geen werkwoord.
Als de woorden 'te' of 'aan het' voor een werkwoord staan, horen ze bij het gezegde Er is dan vaak geen lijdend voorwerp.
Vanwege zijn lange benen wilde Jan aan het gangpad zitten.
pv: wilde, ow: Jan, gez: wilde zitten.
Wat wilde Jan? Aan het gangpad zitten > geen lv.