2.6 Samenhang: verstedelijking en migratie

2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.6 Samenhang: ontwikkeling en migratie


Samenhang: ontwikkeling en verstedelijking

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • het verband tussen welvaart, verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo uitleggen
  • het verschil in verstedelijkingsgraad tussen arme en rijke landen verklaren
  • de richting en omvang van internationale migratiestromen verklaren

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
Verstedelijkingsgraad: hoeveel van de totale bevolking woont in de stad?
Verstedelijkingstempo: met hoeveel procent neemt de verstedelijkingsgraad per jaar toe?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Relatie: hoe hoger/lager de verstedelijkingsgraad, hoe meer/minder de stedelijke bevolking toeneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Relatie: hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe minder de stedelijke bevolking toeneemt.
Relatie: hoe lager de verstedelijkingsgraad, hoe meer de stedelijke bevolking toeneemt.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe armer een land, hoe lager de verstedelijkingsgraad, maar hoe hoger het verstedelijkingstempo.
Hoe rijker een land, hoe hoger de verstedelijkingsgraad, maar hoe lager het verstedelijkingstempo.

Slide 7 - Tekstslide

Verstedelijking vlakt in centrumlanden af: door welk proces?

  • Suburbanisatie

Slide 8 - Tekstslide

Patroon
  • Centrumlanden verstedelijking hoogst
  • Periferie ligt verstedelijkingstempo hoger


Slide 9 - Tekstslide

Waarom door suburbanisatie vlakt verstedelijking in centrumlanden af?
  1. Welvaart neemt toe > men kan verder van het werk buiten de stad wonen
  2. Infrastructuur verbetert
  3.  Ook veel bedrijven suburbaniseren

Slide 10 - Tekstslide

De groei van steden in perifere landen heeft drie oorzaken:
  1. Er trekken veel mensen van het platteland naar de stad.
  2. Steden breiden steeds verder uit.
  3.  Er is een natuurlijke bevolkingsgroei.

Slide 11 - Tekstslide

Pushfactoren
Om te emigreren…

 
… Moet het ergens niet naar je zin zijn…

…Dat kan komen door oorlog, armoede, droogte, hongersnood…


Deze factoren duwen je weg!

Daarom noemen ze pushfactoren (push = duw)

Slide 12 - Tekstslide

Pullfactoren
Waar ga je dan heen?

Naar een gebied dat je wel aantrekt!

Dit gebied heeft dan pullfactoren (pull = trek)

Het gebied is rijk, er is werk, het is er veilig, er is eten…

Slide 13 - Tekstslide

Verdeling push- and pullfactoren
Politiek
Pull: Veilige situatie
push: corruptie

Economisch:
Pull: werk, goedkope huizen
Push: armoede

Sociaal:
Pull: iedereen wordt gelijk behandeld
Push: sommige groepen worden achtergesteld

Ecologisch:
Pull: Schoon milieu, veel ruimte
Push: Droogte of overstromingen

Slide 14 - Tekstslide

De keuze van een migrant voor het land van bestemming wordt bepaald door een combinatie van een aantal factoren
  • het motief om te migreren
  • (im)mobiliteit van de migrant 
  • beleid en vergunningen van het bestemmingsland

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • het verband tussen welvaart, verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo uitleggen
  • het verschil in verstedelijkingsgraad tussen arme en rijke landen verklaren
  • de richting en omvang van internationale migratiestromen verklaren

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
□ Opdracht 2
□ Opdracht 4
□ Opdracht 5
□ Opdracht 6
□ Samenvattingsopdracht par 2.6 blz. 80

Slide 17 - Tekstslide