tekstdoel:
- informeren
- uitleg geven
- mening laten vormen
- overtuigen
- overhalen
- amuseren
tekstsoort:
- informerende tekst
- uiteenzettende tekst
- beschouwende tekst
- betogende tekst
- overhalende tekst
- amuserende tekst
In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Teksten zijn over het algemeen opgebouwd uit:
inleiding, middenstuk (kern) en slot.
In het middenstuk schrijft de schrijver in verschillende alinea's over het onderwerp van de tekst.
inleiding:
- onderwerp aankondigen
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote)
- een of meer vragen stellen
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
middenstuk:
- alinea 1: deelonderwerp 1 (tussenkopje)
- alinea 2: deelonderwerp 2 (tussenkopje)
- alinea 3: deelonderwerp 3 (tussenkopje)
slot:
- een korte samenvatting van de tekst
- een conclusie van de tekst
- een advies
- De belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken. Meestal vind je de hoofdzaken in de kernzin van een alinea.
- Minder belangrijke zaken als uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken
- Het belangrijkste dat de schrijver ons wil vertellen, samengevat in een zin.
- globaal
- orienterend
- intensief
- studerend