1. Hij/ is /naar de stad /geweest.
IS GEWEEST = WERKWOORDELIJK GEZEGDE--zegt wat het onderwerp doet
is = persoonsvorm ( hulpwerkwoord-> taalkundig)
geweest = onderdeel van het wwg (zelfstandig werkwoord->taalkundig)
2. Hij /is/ arts geworden.
IS ARTS GEWORDEN= NAAMWOORDELIJK GEZEGDE--zegt wat het onderwerp is
is=persoonsvorm ( hulpwerkwoord-> taalkundig)
geworden= onderdeel van nwg (koppelwerkwoord-> taalkundig)
3. Hij werkt hard= werkt is persoonsvorm (zelfstandig werkwoord-> taalkundig)