In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lezen blok 4, opdr 3.
Opdracht op bladzijde 183.
Tekst op bladzijde 184-185.
Slide 1 - Tekstslide
Lees tekst 6 oriënterend. Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?
Slide 2 - Open vraag
Wat is, op basis van de titel, het tekstdoel van tekst 6?
A
Overhalen
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Amuseren
Slide 3 - Quizvraag
Wat wordt bedoelt met 'een stellig advies' (r. 3)?
Slide 4 - Open vraag
Wat wordt bedoelt met 'een radiant advies' (r. 3)?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een synoniem voor 'gefundeerd' (r. 3)?
Slide 6 - Open vraag
Lees tekst 6 grondig
10 minuten
Slide 7 - Tekstslide
Sleep de volgende zinnen uit alinea twee naar het juiste vakje.
Wel een stelling.
Geen stelling.
Kinderen zijn echt veel beter af in een gezin.
Opgroeien in een tehuis is buitengewoon schadelijk voor kinderen, zo hebben talloze studies inmiddels bewezen.
Alle ontwikkelingsgebieden worden getroffen: hersengroei, lichamelijke groei en gehechtheid.
Nederland heeft het Haags Adoptieverdrag getekend waarin staat dat interlandelijke adoptie een laatste redmiddel is voor kinderen die anders in een kindertehuis op moeten groeien.
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de volgende zinnen uit alinea twee naar het juiste vakje.
Stelling.
Argument.
Onderschikkend argument
Overig.
Kinderen zijn echt veel beter af in een gezin.
Alle ontwikkelingsgebieden worden getroffen: hersengroei, lichamelijke groei en gehechtheid.
Opgroeien in een tehuis is buitengewoon schadelijk voor kinderen.
Nederland heeft het Haags Adoptieverdrag getekend waarin staat dat interlandelijke adoptie een laatste redmiddel is voor kinderen die anders in een kindertehuis op moeten groeien.
Slide 9 - Sleepvraag
Wat voor soort argumenten zijn dit?
Slide 10 - Open vraag
In alinea 3 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. Wat is de uitspraak?
Slide 11 - Open vraag
In alinea 3 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. Wat is de reden?
Slide 12 - Open vraag
Wat voor soort argumenten zijn dit?
Slide 13 - Open vraag
Alinea 2 en 3 zijn met elkaar verbonden door middel van een signaalwoord.
Waar
Niet waar
Slide 14 - Poll
'Vergeleken met kinderen die moeten achterblijven in een tehuis zijn interlandelijk geadopteerden veel beter af.' Wat voor soort argument is dit?
A
Feitelijk argument
B
Wetenschappelijk argument
C
Vergelijkingsargument
D
Vermoeden
Slide 15 - Quizvraag
Wat wordt er bedoelt met 'maar dat mag niet de beeldvorming voor alle interlandelijke adopties bepalen'(r. 21)?
Slide 16 - Open vraag
Het risico op problemen met gerechtheid is een van de argumenten van de RSJ om interlandelijke adoptie te verbieden. Wat is hier een tegenargument van?
Wel een tegenargument.
Geen tegenargument.
Dat geldt voor de groep als totaal, er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het omgekeerde het geval is.
Verwaarlozing en mishandeling in kindertehuizen veroorzaken ernstige problemen met gehechtheid, terwijl plaatsing in een adoptie- of pleeggezin gehechtheids-problemen juist doet verminderen.
Adoptie zou de ontwikkeling van een veilige gehechtheid verstoren en zo de toekomstige relatie- en identiteits-ontwikkeling van een kind schaden.
Slide 17 - Sleepvraag
'Verwaarlozing en mishandeling in kindertehuizen veroorzaken ernstige problemen met gehechtheid, terwijl plaatsing in een adoptie- of pleeggezin gehechtheids-problemen juist doet verminderen.' Wat voor soort argument is dit?