Commercieel H4 | Wat is distributie?

H4 Wat is distributie?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H4 Wat is distributie?

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  • Wat distributie is en welke soorten distributie er zijn
  • Hoe je distributie op de doelgroep afstemt
  • Wat distributiekanalen zijn en hoe je ze gebruikt
  • Waarom je een voorraad aanlegt
  • Welke distributievormen er zijn
  • Welke winkelvormen er zijn
  • Wat verzogingsgebieden zijn
  • Hoe je de markt kunt onderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Distributie
Distributie = verspreiding van artikelen tussen producent en consument.

Een artikel wort gemaakt door een producent. Een fruitteler (producent) verbouwt bijvoorbeeld appels (artikel). Uiteindelijk koopt de consument deze appels. 

Slide 4 - Tekstslide

Directe distributie vs. Indirecte distributie
VB: webshop

Slide 5 - Tekstslide

Functies (taken) groothandel
Bij de distribuerende functie van de groothandel horen 3 taken:
  1. Artikelen inkopen
  2. Voorraden opslaan (bij seizoensartikelen)
  3. Artikelen verkopen

Slide 6 - Tekstslide

Distributiekanalen
= de weg waarlangs producten hun producenten aan de klanten verkopen.

  1.  Monochannel = verkoop je de artikelen via 1 distributiekanaal. Je producten zin alleen maar in de fysieke winkel te zien of juist alleen via een webshop te koop. (bakker)
  2. Multichannel = verkoop je artikelen via meer distributiekanalen. Supermarkten hebben fysieke winkels, maar ook een bezorgdienst. Zij hebben dus 2 distributiekanalen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorraad

Slide 8 - Tekstslide

Distributievorm
  1. Prijsdistributie = biedt veel verschillende artikelen aan tegen lage prijzen.
  2. Servicedistributie = de service is heel belangrijk en de prijs mag best wel hoger zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Distributievorm

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Winkelvorm
De winkelvorm wordt bepaald door: prijs, assortiment en servicegraad.
  1. Buurtwinkel 
  2. Discounter (Aldi & Lidl)
  3. Speciaalzaak (campingwinkel)
  4. Supermarkt (Plus & Albert Heijn)
  5. Warenhuis (Bijenkorf)

Slide 12 - Tekstslide

Winkelvorm

Slide 13 - Tekstslide

Doelgroep
Verzorgingsgebied = Gebied rond de winkel waarin klanten wonen.
  • Primair
  • Secundair

Slide 14 - Tekstslide

Marktonderzoek
Doel van een marktonderzoek:
  • Informatie krijgen over de markt
  • Veranderingen op de markt leren kennen
  • Nieuwe ideeën opdoen
  • Controleren of de winkel goed bezig is

Slide 15 - Tekstslide

Marktonderzoek
De manieren om een marktonderzoek uit te voeren:
  • Interview
  • Enquête
  • Aankooponderzoek (klantenkaart, webshop)
  • Klantenherkomstonderozek (klantenkaart, webshop)
  • Buzz monitor (social media)

Slide 16 - Tekstslide

Resultaten
= je kunt de resultaten van je onderzoek opschrijven in een stuk tekst, maar je kunt ze ook in tabellen en grafieken laten zien. 

Slide 17 - Tekstslide