hv1n 21/06

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Goedemorgen hv1n!

Heb je er ook zo'n zin in? Ga lekker zitten.

Pak je spullen:

• leesboek
• lesboek
• schrift
• pen of potlood

Deze les

We gaan:

• lezen uit 'Films die nergens draaien'
• huiswerk bespreken
• theorie bespreken -> Meer dan lezen.
• zelfstandig aan de slag.

Huiswerk

We bespreken het huiswerk: opdracht 3 van § 5 - meer dan lezen. 

Pak het erbij.

Heb je vragen? 

Je hebt geleerd...

• Lees- en luisterstrategieën gebruiken om bepaalde informatie uit een tekst halen.
  
• Woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.
  
• Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen.
• Tekstdoelen bepalen.
• De kernzin van een alinea bepalen.

Manieren van lezen:

1. Oriënterend lezen - bekijk titel, tussenkopjes, eerste alinea, anders gedrukte woorden, afbeeldingen.
2. Globaal lezen - lees de eerste en laatste zin van de alinea. Vraag je af waar de alinea over gaat. Doe dit voor de gehele tekst.
   
3. Precies lezen - lees de tekst van begin tot eind nauwkeurig.
4. Zoekend lezen - je zoekt naar tussenkopjes, andersgedrukte woorden en opvallende tekens.

Onderwerp en hoofdgedachte

Onderwerp: lees de tekst oriënterend.

Waarover gaat deze tekst? Antwoord in een aantal woorden.

Hoofdgedachte: lees de tekst precies.

Wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt?

Antwoord is een hele zin. 

(Kan letterlijk in de tekst staan)

Tekstdoelen en tekstsoorten

Alinea's en kernzinnen

Elke tekst is verdeeld in alinea's. 

Korte stukken tekst die een eigen deelonderwerp hebben.

Elke alinea bevat een kernzin. Zo'n zin is de belangrijkste zin uit de alinea, hij omschrijft eigenlijk waar de alinea over gaat.

(= korte samenvatting)

Inleiding & slot

Het eerste deel van de tekst noemen we: de inleiding. 

Doel van de inleiding is: duidelijk maken waar de tekst over gaat of de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst.

Het laatste deel van de tekst noemen we: het slot. 

Hier vind je meestal een conclusie of samenvatting. Je herkent dit aan de signaalwoorden dus of kortom. 

Niet alle teksten hebben een ‘echt’ slot. 

Deelonderwerpen

Een tekst bestaat uit: inleiding-middenstuk-slot.

In het middenstuk vind je de meeste informatie over het onderwerp. In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken. Dit zijn de deelonderwerpen. 

Soms gebruikt een schrijver tussenkopjes om de aandacht te trekken.

Let op: een tussenkopje geeft niet altijd het deelonderwerp aan: het is ook vaak bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.

Aan de slag!

Wat? Je maakt opdracht 2 van §6, p. 42-43. 

Hoe? Je werkt zelfstandig, noteer de antwoorden in je schrift.

Hulp? BBB

Tijd? 25 minuten.

Uitkomst? Lastige vragen kunnen bespreken we straks. 

Klaar? Haal een nakijkformulier bij me op en kijk zelfstandig na. Noteer eventuele vragen.

Daarna ga je aan de slag met opdracht 7 op p. 47 - haal de tekst bij me op. 

Huiswerk

Maak opdracht 5 op p. 45-46

hv1n 21/06