Elke alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst. Soms gaat een alinea over 1 deelonderwerp, soms gaan er meer alinea's over één deelonderwerp.
Slide 13 - Tekstslide
Onderwerp en deelonderwerp
Slide 14 - Tekstslide
Deelonderwerp
Een deelonderwerp = het onderwerp van een alinea.
voorbeeld
De tekst gaat over voetbal.
Deelonderwerpen zouden kunnen zijn:
- regels
- kleding
- het voetbalteam
Slide 15 - Tekstslide
Onderwerp + deelonderwerpen
Drie alinea's in het middenstuk.
Drie deelonderwerpen in het middenstuk.
onderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
deelonderwerp
inleiding
slot
Slide 16 - Tekstslide
Onderwerp tekst: mondkapjes op scholen
Deelonderwerp:
Regels mondkapjes
Deelonderwerp:
Verzet tegen mondkapjes
Deelonderwerp:
Mening schoolleiding mondkapjes
Middenstuk:
Alinea 3/4
Alinea 5
Alinea 2
Inleiding: alinea 1
Slot: alinea 6
Slide 17 - Tekstslide
Zet deze deelonderwerpen in een logische volgorde
Deelonderwerp 1
Deelonderwerp 2
Deelonderwerp 3
De walvisjacht
Wat eten walvissen
Wat is een walvis?
Slide 18 - Sleepvraag
Deelonderwerpen over puppies
Slide 19 - Open vraag
Bij het onderwerp horen altijd deelonderwerpen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen
Slide 21 - Quizvraag
Sleep naar de juiste plek
Deelonderwerpen
Onderwerp
Inleiding
Slide 22 - Sleepvraag
Deelonderwerpen staan in..
A
Inleiding
B
Slot
C
Kern
D
Conclusie
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Video
Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea is de kernzin.
Vaak is het de eerste zin, na deze zin volgt dan een uitleg van de kernzin.
Volgende zinnen zijn vaak toelichting, uitleg, voorbeeld op de kernzin
Als het de laatste zin van de alinea is, dan is dit een conclusie of samenvatting van deze alinea.
In de kernzin staan de hoofdzaken, in de rest van de alinea staan bijzaken.
Alle kernzinnen achter elkaar? --> samenvatting van de tekst
Slide 25 - Tekstslide
Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea
Slide 26 - Quizvraag
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 27 - Quizvraag
Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Bijzaak
Slide 28 - Sleepvraag
In de zinnen voor of na de kernzin staat een __________________.
nadere uitleg of een voorbeeld
mening of een voorbeeld
Slide 29 - Sleepvraag
Lees de tekst.
Slide 30 - Tekstslide
De tekst bestaat uit vier zinnen. Wat is volgens jou de belangrijkste zin?
Slide 31 - Open vraag
Als zin 2 de belangrijkste zin van de tekst is, wat is dan het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Adviseren
D
Overhalen
Slide 32 - Quizvraag
De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de __________________.
kernzin
hoofdgedachte
Slide 33 - Sleepvraag
Daarvoor kun je het beste op tijd beginnen met het leren van de moeilijke woorden en het huiswerk voor leesvaardigheid keurig bijhouden. Daarnaast is veel (online) oefenen met spelling aan te raden.
Sleep het woord 'kernzin' naar de kernzin van bovenstaande alinea. Sleep het woord 'bijzaak' naar de bijzaak in bovenstaande alinea.
Als je een voldoende wilt halen voor de eindtoets, moet je je goed voorbereiden.