Zet
-s achter het woord. Meestal moet de -s aan het woord vast. Bijvoorbeeld: aapje → aapjes, studie → studies, café → cafés.
Als je het woord met een -s eraan vast verkeerd uitspreekt, moet je een apostrof voor de -s zetten. Bijvoorbeeld: massa → massa’s, duo → duo’s.
Een afkorting die je als losse letters uitspreekt, krijgt in het meervoud altijd -’s Bijvoorbeeld: cd → cd’s, BMW → BMW’s.