In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Bs 4: Transcriptie
Slide 1 - Tekstslide
Deze les (3VWO)
Leerdoelen
Transcriptie
Zelf aan de slag
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt benoemen hoe transcriptie en eiwitsynthese plaatsvinden in de cel.
Je kunt benoemen dat de genetische variatie toeneemt door spontane mutaties.
Je kunt omschrijven wat kanker is.
Je DNA bevat informatie voor hoe je eruitziet en voor het functioneren van je organen en cellen. Voor elke eigenschap en elk proces zijn een of meer genen nodig.
Slide 3 - Tekstslide
DNA-sequentie: volgorde van de basen in het DNA
'De genexpressie verschilt per cel en hangt samen met de functie van de cel.'
Genen bevatten informatie voor zowel het maken van eiwitten als het regelen van processen in de cel.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een goed woord voor DNA-sequentie ?
A
DNA-streng
B
genexpressie
C
genoom
D
basenvolgorde
Slide 5 - Quizvraag
Het stukje van een DNA molecuul heeft de volgende sequentie: TGCAAA
Wat is sequentie van de tegenoverliggende DNA streng?
A
ACGTTT
B
TTTGCA
C
TGCAAA
D
AAACGT
Slide 6 - Quizvraag
De DNA-sequentie is een 'recept' waarmee een cel een eiwit kan maken.
RNA: Stukje gekopieerd DNA.
Transcriptie: De vorming van RNA.
RNA brengt de informatie voor het eiwit naar een ander deel van de cel (een ribosoom).
Eiwitsynthese: Het maken van een eiwit in de cel. Dit gebeurt in de ribosoom.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Spontane mutatie
Mutatie die ontstaat door foutjes in de celdeling.
Door geslachtelijke voortplanting en spontane mutaties ontstaan kleine verschillen in genotype en dus ook in fenotype van organismen binnen een soort.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Effect van mutaties in lichaamscellen is vaak klein en niet erfelijk.