Marketing les 6
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Supply chain management/Physical distribution management geeft aan:
A
De producten in productgroep
B
Welke prijzen je voor producten hanteert
C
De verandering bij een nieuw product
D
Dat producten tijdig aankomen door goed voorraadbeheer
Slide 2 - Quizvraag
Een voorbeeld van een halffabricaat is:
A
Een muis die bij een laptop geleverd wordt
B
Een laptop die helemaal compleet is (incl. doos)
C
Een iPhone in de verpakking waarbij het kabeltje ontbreekt
D
Een laptop die deels in elkaar geschroefd is en nog niet helemaal af is
Slide 3 - Quizvraag
Een vorm van directe distributie is:
A
Een wasmachine rechtstreeks kopen bij de Samsung webshop
B
Coolblue die een wasmachine bij jou een wasmachine aflevert
C
Een wasmachine die je koopt via een groothandel
D
Via een wederverkoper van Bol.com de wasmachine kopen
Slide 4 - Quizvraag
Welk voorbeeld is WAAR als het gaat om indirecte distributie?
A
Apple die via een winkelier aan de consument verkoopt
B
Gazelle die hun fietsen via een eigen winkel verkoopt
C
Lampdirect.nl die hun eigen gemaakte lampen aan jou verkoopt
D
Een bloemen teler waar consumenten bloemen kopen
Slide 5 - Quizvraag
Een Porsche koop je niet iedere dag en is daarom een Speciality Good. Zou je in vergelijking tot een (normale) Volkswagen Golf, evenveel , minder of meer verkooppunten willen hebben om goed te kunnen verkopen?
Slide 6 - Open vraag
Kun je een voorbeeld geven van een product welke valt onder de categorie Shopping Goods en aangeven waarom?
Slide 7 - Open vraag
Nescafé maakt reclame met een poster bij een bushokje. Welke strategie is dit?
A
Pull Strategie
B
Push Strategie
C
Beide, push en pull strategie
D
Geen van beide
Slide 8 - Quizvraag
Een bekende stoelenfabrikant besluit vanwege de nieuwe modellen die ze ontwikkeld hebben i.p.v. 2 distributiekanalen uit te breiden naar 5 distributiekanalen. Hoe noem je deze vorm van distributie?
A
Duaal
B
Triple
C
Multi
D
Beide, Multi en Duaal
Slide 9 - Quizvraag
Een groothandel handelt in kant-en klare eindproducten, klaar om te consumeren. Hoe noem je deze vorm van handel?
A
Collecterende handel
B
Distribuerende handel
C
Verzamelende handel
D
Particuliere handel
Slide 10 - Quizvraag
Ik eet elke dag een kaasbroodje op school omdat ik hieraan verslaafd ben. Wat is dit voor een product?
A
Shopping Good (BPO)
B
Convenience Good (RAG)
C
Specialty Good (UPO)
D
Speciality shopping Good (UBPO)
