1.4 Werkwoorden opdr. 15 t/m 19

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 1
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek + schrift van Nederlands, laat het nog even dicht!

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Liz, Gijs, Luca, Abdimalik, Senn, Noah

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Sem, Justin, Joey, Chill en Lars

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je een werkwoord vinden in een gegeven zin. 

- kun je met een gegeven werkwoord een goede zin maken. 

Verdiept arrangement:

Niemand

Huiswerk noteren + maken:

Les: 1.4

blz.:  21 t/m 22

opdr.: 15 t/m 19 (-17)

Mini-check

Quiz mee

Noteer een passend werkwoord in de zin:
Truus .......... naar de supermarkt.

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
De juf vertelt ons het huiswerk.

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Ik maak mijn huiswerk

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag: 

les 1.4, blz. 21 t/m 22, opdr. 15 t/m 18

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Noteer de werkwoorden uit de zin:
Ik schaats beter dan Rob.

Noteer alle werkwoorden:

auto-tekenen-schrijven-schrift-huilt-in-agent

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 1.4, opdr. 15 t/m 18 op blz. 21 t/m 22

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Iedereen kijkt mee  

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les 1.4, blz. 21 t/m 22, opdr. 15 t/m 19 (-17) --> 

B: les 1.4, blz. 21 t/m 22, opdr. 15 t/m 18 --> Liz, Gijs, Luca, Abdimalik, Senn, Noah

I: les 1.4, blz. 21 t/m 22, opdr. 15 t/m 18 --> Sem, Justin, Joey, Chill en Lars

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak (af)maken. 

3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Noteer de goede vorm van het werkwoord tussen haakjes:
Jij (maken) de opdracht goed.

Noteer de goede vorm van het werkwoord tussen haakjes:
(maken) jij de opdracht goed?

Noteer het werkwoord uit de volgende zin:
De jongens roepen de meisjes

Ik kan een zin maken waarbij ik het werkwoord goed gebruik en schrijf.

Ik kan een gegeven werkwoord in een zin vinden

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................