1.10A Konjunktiv-II

Konjunktiv-II
Kijk in je Basisbuch 1.10
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Konjunktiv-II
Kijk in je Basisbuch 1.10

Slide 1 - Tekstslide


De Konjunktiv-II wordt gebruikt om 
A
een mogelijkheid uit te drukken
B
een wens uit te drukken
C
iemand te citeren
D
een ontkenning aan te geven

Slide 2 - Quizvraag


Das wäre schön! =
A
Dat is mooi
B
Dat was mooi
C
Dat zou mooi zijn
D
Dat zou mooi geweest kunnen zijn

Slide 3 - Quizvraag


Könnten Sie mir helfen? = 
A
kunt u mij helpen
B
zou u mij kunnen helpen
C
u kon mij helpen
D
mij kon u niet helpen

Slide 4 - Quizvraag


Es müsste hier irgendwo sein.
A
Het zou hier ergens moeten zijn.
B
Het moet hier ergens zijn.
C
Het moest hier ergens zijn.
D
Hij moest hier ergens zijn.

Slide 5 - Quizvraag


Hättest du einen Moment?
A
Zou je even tijd hebben?
B
Heb je even tijd?
C
Had jij even tijd?
D
Had jij even tijd?

Slide 6 - Quizvraag


Ich hätte dir gerne geholfen.
A
Ik zou je graag hebben geholpen.
B
Ik had je graag geholpen.
C
Ik had je geholpen.
D
Ik zal je graag helpen.

Slide 7 - Quizvraag


Als je een Konjunktiv-II van het Duits naar het Nederlands vertaalt, gebruik je in het Nederlands typisch het werkwoord:
A
worden
B
zullen
C
zouden
D
kunnen

Slide 8 - Quizvraag

THEORIE Konjunktiv-II

Onregelmatige werkwoorden
(haben, sein, müssen, können enz.)
hebben hun eigen compacte Konjunktiv vorm:
hätte, wäre, müsste, könnte
 
==> de meeste werkwoorden doen de Konjunktiv met een vorm van würden + infinitief:

Slide 9 - Tekstslide


Ich würde hier gerne arbeiten.
A
Ik zou hier graag werken.
B
Ik wil hier graag werken.
C
Ik werd gevraagd om hier te werken.
D
Ik moest hier gaan werken.

Slide 10 - Quizvraag


Würdest du hier gerne arbeiten?
A
Zou jij hier graag werken?
B
Wil jij hier graag werken?
C
Jij werd gevraagd om hier te werken?
D
Moest jij hier werken?

Slide 11 - Quizvraag

würdest
würde
würde
würdet
würden
ich
du
wir
ihr
es

Slide 12 - Sleepvraag

    JETZT DU!

Slide 13 - Tekstslide


..... du hier gerne arbeiten?
A
Würdest du
B
Hättest du
C
Könntest du
D
Müsstest du

Slide 14 - Quizvraag


..... vielleicht morgen Zeit?
A
Hätten Sie
B
Würden Sie
C
Könnten Sie
D
Müssten Sie

Slide 15 - Quizvraag


Morgen .... mal kurz vorbeikommen.
A
könnte ich
B
wüsste ich
C
wäre ich
D
müsste ich

Slide 16 - Quizvraag


.... gut, wenn du mich morgen noch mal anrufst.
A
Es wäre
B
Es müsste
C
Es könnte
D
Es würde

Slide 17 - Quizvraag


Ik zou hier graag werken. = 
[... ] hier gerne arbeiten.

Slide 18 - Open vraag


Zou je hier graag werken? = 
[... ] hier gerne arbeiten?

Slide 19 - Open vraag


Morgen zou ik je even kunnen helpen. = 
Morgen [...] dir mal helfen

Slide 20 - Open vraag


Zou je mij even kunnen helpen? = 
[...] mir mal helfen?

Slide 21 - Open vraag


Morgen zou ik tijd hebben. = 
Morgen [....] Zeit.

Slide 22 - Open vraag


Zou je morgen tijd hebben? 
[....] morgen Zeit?

Slide 23 - Open vraag


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 24 - Poll

Vielen Dank!

Slide 25 - Tekstslide