In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat heeft ons lichaam nodig voor verbranding?
A
Water & Zuurstof
B
Zuurstof & Glucose
C
Water & Koolstofdioxide
D
Glucose & Koolstofdioxide
Slide 1 - Quizvraag
Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline
Slide 2 - Quizvraag
Lesdoelen
De 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.
Het verschil tussen de 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
Welke soorten bloedvaten heb je?
1. Slagaders
2. Haarvaten
3. Aders
Slide 4 - Tekstslide
Slagaders
Bloed stroomt vanaf het hart naar de organen toe.
Grootste slagader in het lichaam is de aorta.
Hebben een dikke gespierde wand.
De meeste slagaders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze heen gaan.
Slide 5 - Tekstslide
Haarvaten
In de organen vertakken de slagaders zich in kleine dunne bloedvaatjes (haarvaten).
Vervoeren bloed door de organen.
Afgifte en opname van stoffen.
Bloed stroomt langzaam.
Slide 6 - Tekstslide
Aders
De haarvaten komen bij elkaar in aders.
Aders vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
Bevatten kleppen en een dunne wand.
De meeste aders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze vanaf komen.
Slide 7 - Tekstslide
Zelf aan de slag (8.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie. dinsdag 3 september SO (8.1 + 8.2).
Opdracht 1 t/m 4 (WB blz. 70 + 71)
Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 45)
Samenvatting werkboek opdr. 6 (WB blz. 85)
Digitaal Werkboek in Cumlaude
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoelen
De weg kunnen benoemen die het bloed aflegt in de kleine en grote bloedsomloop.
De rol van zuurstof in de kleine en grote bloedsomloop kunnen uitleggen.
Onderdelen van het hart (met de bijbehorende taken) kunnen benoemen en aangeven op een tekening.
Slide 9 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart -> longen -> hart
Grote bloedsomloop:
hart -> Alle organen in het lichaam -> hart
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Lesdoelen
De weg kunnen benoemen die het bloed aflegt in de kleine en grote bloedsomloop.
De rol van zuurstof in de kleine en grote bloedsomloop kunnen uitleggen.
Onderdelen van het hart (met de bijbehorende taken) kunnen benoemen en aangeven op een tekening.
Slide 12 - Tekstslide
Zelf aan de slag (8.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie. dinsdag 3 september SO (8.1 + 8.2).
Opdracht 1 t/m 11 (WB blz. 70 t/m 74)
Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 45 t/m 47)
Samenvatting werkboek opdr. 6 t/m 8 (WB blz. 85)
Digitaal Werkboek in Cumlaude
Slide 13 - Tekstslide
Herhaling
1. Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?
2. In welke soort bloedvaten vindt de opname en afgifte van stoffen plaats?
3. Slagaders hebben een dikke gespierde wand, waarvoor is dit nodig?
4. Waarvoor dienen de kleppen in aders?
5. Welke route legt het bloed af in de kleine bloedsomloop?
6. Welke route legt het bloed af in de grote bloedsomloop?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
De hartslag in 3 fasen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Zelf aan de slag (8.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie. dinsdag 3 september SO (8.1 + 8.2)