Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Het centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel
1 / 48
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
48 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het centrale zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (
neuronen
) van de
hersenen en ruggenmerg
met ondersteunende cellen.
Slide 2 - Tekstslide
Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen,
gebundeld in zenuwen, die
zintuigen
verbinden met het CZS en
het CZS met
spieren
en klieren.
Zenuw
= bundel zenuwceluitlopers
Slide 3 - Tekstslide
Drie typen neuronen
Sensorische neuronen:
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zin-
tuigen naar het CZS, vaak lange uitlopers.
Schakelneuronen:
Zenuwcellen binnen het CZS.
Motorische neuronen:
zenuwcellen die impulsen vervoeren van CZS naar spieren
of klieren, vaak lange uitlopers.
Slide 4 - Tekstslide
Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)
Ruggenmerg
Slide 5 - Tekstslide
Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)
Hersenen
Slide 6 - Tekstslide
Bescherming CZS -ruggenmerg
3 vliezen:
Zacht vlies (binnenste)
Spinnenwebvlies
Hard vlies (buitenste)
Slide 7 - Tekstslide
Bescherming CZS-hersenen
3 vliezen:
Zacht vlies (binnenste)
Spinnenwebvlies
Hard vlies (buitenste)
Slide 8 - Tekstslide
Bloed-hersenbarriëre
Tussen spinnenwebvlies en zachte hersen/ ruggenmergvlies zit hersenvocht en daar lopen de bloedvaten.
Er is geen directe verbinding
tussen bloed en hersenvloei-
stof.
Slide 9 - Tekstslide
Bloed-hersenbarriëre
Controle welke stoffen
wel/ niet van bloed naar hersen-
vloeistof gaan door:
* tight junctions in bloedvatwand
* astrocyten om het bloedvat heen
Stoffen moeten dus door 2 cellen heen.
Slide 10 - Tekstslide
Bloed-hersenbarriëre
Diffusie:
Kleine en/ of vet-oplosbare
stoffen: zuurstof, koolstofdioxide,
steroïdhormonen maar ook
alcohol, cocaïne en antidepressiva.
Gefaciliteerd/ actief (transporteiwitten): Grotere moleculen zoals glucose of insuline -> selectief!
Slide 11 - Tekstslide
Anatomie hersenen (88C1)
Slide 12 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Twee helften
Verbonden met de hersenbalk
Schors en merg
Slide 13 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Primaire sensorische schors: ontvangt signalen van de gevoels-zintuigen/ gewaarwording.
Inkomend.
Slide 14 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Secundaire sensorische schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen
Slide 15 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Primaire auditieve schors: ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.
Slide 16 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Secundaire auditieve schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen
Slide 17 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Idem voor optische schors (gezichtszintuig)
Slide 18 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Primaire motische schors: stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.
Slide 19 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Secundaire motorische schors: opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen.
Motorprogramma's
.
Slide 20 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Spraakcentrum van Wernicke - begrijpen van taal.
Spraakcentrum van Broca - aansturen van het spreken.
Slide 21 - Tekstslide
Anatomie grote hersenen
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L R
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
Slide 22 - Tekstslide
Grote hersenen (88C3)
Slide 23 - Tekstslide
Anatomie hersenen (88C1)
Slide 24 - Tekstslide
Kleine hersenen
Coördinatie
bewegingen.
Werkt dus samen
met de primaire en
secundaire
motorische schors.
Slide 25 - Tekstslide
Hersenstam
Slide 26 - Tekstslide
Hersenstam
Coördineert allerlei
lichamelijke
basisfuncties.
Bestaat uit:
Middenhersenen
Pons
Verlengde merg
Slide 27 - Tekstslide
Hersenstam - middenhersenen
Beloningscentrum
Reflexen mbt zien
en horen
Slide 28 - Tekstslide
Hersenstam - pons
Verbinding grote
en kleine hersenen
Verbinding even-
wichtszintuig en
kleine hersenen
Slide 29 - Tekstslide
Hersenstam - verlengde merg
Verbinding her-
senen en ruggen-
merg
Kruising zenuw-
banen
Slide 30 - Tekstslide
Hypothalamus
Slide 31 - Tekstslide
Hypothalamus
Slide 32 - Tekstslide
Thalamus
Slide 33 - Tekstslide
Thalamus
Informatie van de zintuigen richting de sensorische schors (behalve van geur). Daar wordt gefiltert welke informatie wel en niet wordt doorgegeven.
informatie van de motorische schors naar de spieren (coordinatie)
Aansturen van emoties
Slide 34 - Tekstslide
Ruggenmerg
Slide 35 - Tekstslide
Ruggenmerg (88J)
Loopt van hersenen naar stuitje.
Loopt door de wervels in de wer-
velkolom.
Bij elke wervel ontspringen
zenuwen.
Wervel
Slide 36 - Tekstslide
Ruggenmerg (88J)
Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De cel-
kernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia.
Slide 37 - Tekstslide
Ruggenmerg (88J)
Aan de buikzijde (ventraal) gaan de
motorische neuronen naar buiten.
De celkernen hiervan liggen ín het
ruggenmerg.
Slide 38 - Tekstslide
Zenuwen
Bundel van uitlopers van
neuronen.
Gemenge zenuw:
zowel uitlopers van
sensorische als motorische neuronen.
Gevoelszenuw:
alleen uitlopers van sensorische neuronen.
Bewegingszenuw:
alleen uitlopers van
motorische neuronen.
Slide 39 - Tekstslide
Zenuwen
Ruggenmerg zenuw:
zenuw die ont-
springt in het ruggenmerg.
Slide 40 - Tekstslide
Zenuwen
Grensstrengen
verbinden
de horizontale zenuw-
banen ook vertikaal.
Perifeer zenuwstelsel.
Slide 41 - Tekstslide
Zenuwen
Ganglia
bevatten
cellichamen van de
zenuwcellen.
Slide 42 - Tekstslide
Hersenzenuwen (88L)
12 zenuwen ontspringen in
de hersenen zelf.
I en II in de grote hersenen
(sensorisch reuk en zicht),
de rest in de hersenstam.
Slide 43 - Tekstslide
Hersenzenuwen (88L)
Nummer X: Nervus vagus/ zwervende zenuw
maakt verbinding met veel organen.
Slide 44 - Tekstslide
Reflex
Een snelle reactie op een prikkel zonder dat daarvoor eerst bewustwording optreedt.
Vaak ter bescherming/ voorkoming van problemen.
Slide 45 - Tekstslide
Reflexboog
Slide 46 - Tekstslide
Reflex
De aansturing van de spieren/klieren zonder betrokkenheid van de grote hersnenen.
Loopt meestal via het ruggenmerg en meteen weer terug.
Behalve als het via hersenzenuwen loopt, dan via de hersenstam (bijvoorbeeld pupilreflex, speekselreflex).
Slide 47 - Tekstslide
Reflex
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je in een legoblokje stapt. Vermeld ook het type cellen dat betrokken is.
Slide 48 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
14.1 Het centrale zenuwstelsel
Maart 2024
- Les met
54 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
14.3-1 Je zenuwstelsel 5H
Juni 2022
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
14.2 Cellen in het zenuwstelsel klassikaal
Maart 2024
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
13.1 dl2 + 13.2 Cellen in het zenuwstelsel
Juni 2022
- Les met
53 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
13.1 Het centrale zenuwstelsel
Maart 2023
- Les met
51 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Het centrale zenuwstelsel
Maart 2023
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
13.1-1 Het centrale zenuwstelsel deel 1 5V 2223
September 2023
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
2324_14.1/2 Het centrale zenuwstelsel
Januari 2023
- Les met
52 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5