Nu Nederlands Schrijven 1.3 Controleren en verbeteren

Schrijven 1.3 Controleren en verbeteren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 1.3 Controleren en verbeteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Kort opfrissen vorige les
  • Opdracht titels bij krantenartikel
  • Theorie 1.3 controleren en uitvoeren
  • Zelfstandig aan de slag



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opfrissen vorige les
1.1  Voorbereiden
1.2 Uitvoeren
1.3 Controleren en verbeteren


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De krant....titels
  1.  Lees de korte teksten
  2. Bedenk de meest passende titel                           

Hij doet iets met je en roept een emotie op;
Hij is niet te kort, maar ook zeker niet te lang (3-10 woorden);
Hij maakt in één zin duidelijk wat het onderwerp is
Hij stimuleert ons om verder te lezen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je leert een volledige tekst maken met 
  • een goede opbouw, 
  • voldoende aanwijzingen voor de samenhang, 
  • zonder taal- of spelfouten en 
  • met een lay-out die past bij het doel en het publiek.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Welke drie dingen doet Marianne niet goed in haar bericht?
  • Haar toon is onbeleefd.
  • Sommige zinnen zijn te lang.
  • Ze gebruikt te ingewikkelde woorden.
  • Ze gebruikt vaak dezelfde woorden.
  • Ze is woorden vergeten.

Slide 8 - Tekstslide

  • Sommige zinnen zijn te lang.
  • Ze gebruikt vaak dezelfde woorden.
  • Ze is woorden vergeten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

s




De volgende ochtend leest Jan het berichtje. Hij begrijpt er weinig van. Welke informatie had Marianne even kort en duidelijk moeten geven?

Slide 10 - Tekstslide

Marianne had even kort en duidelijk moeten vertellen wat Jan moet doen (mevrouw Tik terugbellen) en hoe hij dat moet doen (bijvoorbeeld: op telefoonnummer 06 555 87 54).
Aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare bron
Feiten;
Meningen;

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parafraseren
Een goede lay-out

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassikale opdracht: Twee saaie zinnen herschrijven

Kijk goed welke zinnen te lang zijn of welke korte zinnen je kunt verbinden met een voegwoord. 
Maak een zin niet langer dan ongeveer twintig woorden. 
Gebruik verwijswoorden en synoniemen of korte omschrijvingen om saaie herhaling van woorden te voorkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens uw vakantie kunt u raften op onze camping. Ook kunt u op onze camping een cursus bergbeklimmen volgen en ook is er op onze camping een groot buitenzwembad met glijbaan. Op onze camping is ook een grote barbecueplaats.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bedrijf waar ik stage loop heet Jansen. Het bedrijf is in Utrecht. Het bedrijf heeft 150 medewerkers. De medewerkers zijn verdeeld over drie afdelingen. De drie afdelingen zijn: administratie, sales, reparatie. Het bedrijf bestaat sinds 1980.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1.3 Kies 3 van de vier opdrachten!








Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld schrijfexamen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies