20241021 Mask VAV4VMB000AK vmbo leerjaar 1 Thema's Media 4. De rol van de overheid

VAV4VMB000AK 
Maatschappijkunde
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

VAV4VMB000AK 
Maatschappijkunde
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

VAV4VMB000AK 

Status van de PO bij iedereen

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappijkunde: Thema's kgt examenkatern Media

Planning:



  

08-10 1. Communicatie en media 
14-10 2. Het medialandschap 
16-10 3. Het belang van media 
21-10 4. De rol van de overheid
23-10 5. Het nieuws 


Slide 5 - Tekstslide

Terugblik op:


Les 3. Het belang van media 

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Functies voor het individu

De belangrijkste functies zijn:

  1. De informatieve functie;
  2. De educatieve functie;
  3. De opiniërende functie;
  4. De amuserende functie;
  5. De sociale functie.





Slide 7 - Tekstslide

3.1 Functies voor het individu


Informatieve functie: het verspreiden van informatie
Je blijft op de hoogte van wat er speelt in de wereld

Educatieve functie: iets bewust of onbewust leren van de informatie die je via de media ontvangt. Je steekt iets op van een reisprogramma of 
YouTube-kanaal




Slide 8 - Tekstslide

3.1 Functies voor het individu

Opiniërende functie: door de media te volgen kun 
je je eigen mening vormen over maatschappelijke 
kwesties. Je hoort in de media meningen van anderen in bijvoorbeeld talkshows.

Amuserende functie: media zorgen voor vermaak. Je kijkt voor ontspanning naar soaps, comedy’s films, enzovoorts. Infotainment: de combinatie van informatie en amusement.



Slide 9 - Tekstslide

3.1 Functies voor het individu




Sociale functie
: het onderhouden van contacten met vrienden of andere mensen die je kent. Je gebruikt bijvoorbeeld sociale media. Identiteit: je laat zien wie je bent of wilt zijn.


Slide 10 - Tekstslide

3.2 Functies voor de samenleving


Slide 11 - Tekstslide

3.2 Functies voor de samenleving


Democratische besluitvorming
  • Onderwerpen aandragen
  • Burgers informeren
  • Controle- of waakhondfunctie
  • Meningsvormende functie

Cultuuroverdracht


Slide 12 - Tekstslide

3.2 Functies voor de samenleving


Democratische besluitvorming


Onderwerpen aandragen
Politieke agenda: de onderwerpen waarmee de politiek
zich bezighoudt. De politiek gebruikt de media als bronnen van informatie.

Burgers informeren
Politici gebruiken de media om burgers te vertellen over hun plannen en ideeën.



Slide 13 - Tekstslide

3.2 Functies voor de samenleving


Democratische besluitvorming


Controle- of waakhondfunctie
Controle- of waakhondfunctie: het volgen en controleren van politici door de media.
Journalisten controleren de overheid: worden beloften
nagekomen? Houden politici zich aan de regels?

Meningsvormende functie
De verschillende media laten verschillende kanten van een probleem zien.
Ze laten politici aan het woord over die problemen: zo kan jij besluiten op welke partij je stemt

Slide 14 - Tekstslide

3.2 Functies voor de samenleving


Cultuuroverdracht

Media beïnvloeden de cultuur van jou en van
de samenleving.
Cultuur: alle waarden, normen en andere aangeleerde
kenmerken van een groep.
Socialiserende functie van de media:
het doorgeven en verspreiden van cultuur.


Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel 
Les 4: De rol van de overheid


  • Wat de doelen zijn van de overheid met de media. 
  • Wat betrouwbare informatievoorzieningen
    is en wat de mediawet inhoudt.
  • Wat reclame is.




DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 4: De rol van de overheid: pagina 50 - 63:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 16 - Tekstslide

Les 4: De rol van de overheid

Slide 17 - Tekstslide

Zelfwerktijd

Les 4: De rol van de overheid

Pagina 62 - 63: 
begrippen en samenvatting

Ben je klaar? Werk dan verder.
timer
10:00
Les 4:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12



13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 18 - Tekstslide

4.1 Vrijheid van meningsuiting


De overheid heeft drie uitgangspunten als het gaat om media:


  1. Vrijheid van meningsuiting
  2. Betrouwbare informatievoorzieningen
  3. Een pluriform media-aanbod

Slide 19 - Tekstslide

4.1 Vrijheid van meningsuiting

Vrijheid van meningsuiting


In de grondwet staat onder meer:
  • Vrijheid van meningsuiting: je mag zeggen en schrijven wat je wilt.
  • Persvrijheid: de media mogen bijna alles zeggen en schrijven wat ze willen.

In dictaturen is geen persvrijheid: daar bestaat censuur.
Censuur: artikelen van journalisten worden vooraf gecontroleerd en soms aangepast.


Slide 20 - Tekstslide

4.1 Vrijheid van meningsuiting

Vier uitzonderingen op de vrijheid van meningsuiting:
  

  1. Aanzetten tot haat of discrimineren
  2. Geen informatie verspreiden die onzedelijk is
  3. Geen onwaarheden verspreiden.
  4. Geen opruiende uitspraken doen. Opruiend: mensen aanzetten tot haat of geweld.

Alleen een rechter mag achteraf bepalen of de media iets 
wel of niet hadden  mogen zeggen of schrijven.


Slide 21 - Tekstslide

Zelfwerktijd

Les 4: De rol van de overheid

Pagina 50 - 51: 
Maak vraag 1 - 4

Ben je klaar? Werk dan verder.
timer
8:00
Les 4:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12



13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 22 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

Betrouwbare informatievoorzieningen: 


Jij als burger hebt betrouwbare informatie nodig om je mening
te vormen over allerlei zaken in de maatschappij.

Betrouwbare informatie zorgt er ook voor dat je je betrokken
voelt bij wat er in de samenleving gebeurt.


Slide 23 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit

Pluriform media-aanbod

Pluriformiteit: er bestaan veel verschillende media, waarin veel verschillende
meningen aan bod komen.

De overheid reguleert een deel van de media om voor pluriformiteit te zorgen. 
Reguleren: de overheid stelt regels op waar dit deel van de media zich aan moet houden.

De gereguleerde media vormen de Nederlandse Publieke Omroep (NPO).



Slide 24 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit
(1v2)
Pluriform media-aanbod 

De belangrijkste regels uit de mediawet:

• Een publieke omroep is een vereniging, geen commercieel bedrijf.
Commercieel bedrijf: bedrijf dat het maken van winst als doel heeft.
• Een publieke omroep moet een eigen identiteit hebben.
Identiteit: speciale kenmerken die je niet ziet bij een andere omroep.
• Een publieke omroep moet minstens 50.000 betalende leden hebben.




Slide 25 - Tekstslide

4.2 Betrouwbaarheid en pluriformiteit
(2v2)
Pluriform media-aanbod 
De belangrijkste regels uit de mediawet:

• De publieke omroepen moeten een volledig
programma verzorgen.
• De publieke omroepen hebben recht op geld van de overheid.
• Beperkt reclame bij de publieke omroep.
• Product placement (sluikreclame) is op de publieke omroep verboden.





Slide 26 - Tekstslide

Zelfwerktijd

Les 4: De rol van de overheid

Pagina 52 - 53: 
Maak vraag 5 - 8

Ben je klaar? Werk dan verder.
timer
8:00
Les 4:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12



13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 27 - Tekstslide

4.3 Reclame


Reclame zijn boodschappen die bedrijven verspreiden om hun producten te verkopen.

Reclame moet zorgen voor een bepaald imago: een beeld dat je bij dat product in je hoofd hebt.

Reclame is gericht op doelgroepen: mensen die de producten kopen.

Internetreclame
  • Nog meer gericht op doelgroepen
  • Influencers spelen een grote rol




Slide 28 - Tekstslide

4.3 Reclame


Makers van reclame moeten zich houden aan de
Nederlandse Reclame Code: regels voor reclame in Nederland.

‘Stiekem’ reclame maken is sluikreclame.
  • Bijvoorbeeld product placement: bedrijven zorgen ervoor dat hun product te zien is in een tv-programma.
  • Advertorials: een reclameboodschap die lijkt op een artikel
    in een krant of tijdschrift.


Slide 29 - Tekstslide

4.3 Reclame



Er is ook ideële reclame: reclame die gericht is op het
verbeteren van de maatschappij.

  • Denk bijvoorbeeld aan de reclames van SIRE: #doeslief
  • Of de campagnes van de overheid om ons gedrag te veranderen.

Slide 30 - Tekstslide

Zelfwerktijd 

Les 4: De rol van de overheid

Pagina 54 - 61: 
Maak vraag 9 - 22

Ben je klaar? Werk dan verder.
timer
20:00
Les 4:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12



13
14
15
16
17
18
19
20
21
22

Begr
Samenv

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik
Les 4: De rol van de overheid


  • Wat de doelen zijn van de overheid met de media. 
  • Wat betrouwbare informatievoorzieningen
    is en wat de mediawet inhoudt.
  • Wat reclame is.




DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 4: De rol van de overheid: pagina 50 - 63:
opdracht 1 - 22 +
begrippen en samenvatting. 

Slide 32 - Tekstslide