4HV NO H4 - Zouten

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Zouten

Opzet

1. Korte vragen over de stof met uitleg indien nodig. 

2. Oefenen met zouten op toetsniveau.

Geef de naam van de deeltjes waaruit zouten zijn opgebouwd.

1. Niet-metaal en metaal
2. Geladen deeltjes
3. Ionen
4. Ongeladen deeltjes

Geef de definitie van een ion.

1. Atoom of atoomgroep met een lading
2. Atomen met een lading
3. Atomen zonder lading
4. Geen van deze antwoorden.

Geef de naam van het kristalrooster van een zout.

1. Metaalrooster
2. Molecuulrooster
3. Zoutrooster
4. Ionrooster

Geef de naam van de binding die tussen ionen voorkomt.

1. Ionbinding
2. Dipool-ionbinding
3. Dipool-dipoolbinding
4. Datieve binding

Geef met de faseaanduiding de notatie van de ionen die ontstaan als kaliumcyanide (s) oplost.

1. K​+​​+CN​−​​
2. K​+​​(aq)+CN​−​​(aq)
3. K​−​​+CN​+​​
4. K​−​​(aq)+CN​+​​(aq)

Geef de verhoudingsformule van magnesiumfosfaat.

1. Mg​3​​(PO​4​​)​2​​
2. MgPO​3​​
3. Mg​3​​(PO​2​​)​3​​
4. Mg​3​​P​2​​O​6​​

Watermoleculen en ionrooster komen met elkaar in contact.

Watermoleculen trekken ionen los.

Ionen zijn opgelost.

Geef de naam van de binding die ontstaat als zouten oplossen in water.

1. Dipool-ionbinding
2. Ionbinding
3. Dipool-dipoolbinding
4. Waterstofbrug

Geef de naam van een zout dat is opgebouwd uit meer dan twee verschillende ionen.

1. Zout
2. Hydraat
3. Meervoudig zout
4. Dubbelzout