8.1 deel 1
Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, burgers
C
Geestelijken, adel, burgers
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, burgers
C
Geestelijken, adel, burgers
Slide 1 - Quizvraag
Een recht is
A
iets wat je moet
B
iets wat je mag
Slide 2 - Quizvraag
Een plicht is
A
Iets wat je mag
B
Iets wat je moet
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een monarchie?
A
een land met een koning
B
een land met inspraak van het volk
C
een land zonder inspraak van het volk
D
een land zonder koning
Slide 4 - Quizvraag
Waarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd?
A
In deze tijd is de pruik uitgevonden
B
Rijke mensen droegen pruiken als mode
C
Pruiken werden als symbool voor de revolutie gebruikt
Slide 5 - Quizvraag
Waarom kwam Lodewijk XIV geld tekort?
A
Hij was beroofd.
B
De oorlogen kost veel geld.
C
Zijn bedrijf was failliet gegaan.
D
Hij had het geld aan de armen gegeven.
Slide 6 - Quizvraag
Wie betaalden belasting in de middeleeuwen?
A
Niemand
B
Geestelijken
C
Edelen
D
Burgers
Slide 7 - Quizvraag
De manier van besturen waarbij de koning alle macht heeft?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Rechtsstaat
D
Absolutisme
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een democratie?
A
Een land waar de bevolking beslist over het bestuur
B
Een land met een regering
C
Een land met Koning(in)
D
Een land waar de bevolking de koning kiest.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een revolutie?
A
een manier om aan voedsel te komen
B
een historische periode
C
een ingrijpende, grote verandering
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer is het Tijdvak Pruiken en Revoluties?
A
1600 - 1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000
