5V Beco BedrStar 4.1

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Een machine wordt aangeschaft in januari 2022 voor € 120.000,- en gaat 10 jaar mee met een restwaarde van € 0,-. De kosten voor januari 2022 zijn ...(1), de uitgaven voor januari 2022 zijn ...(2)

1. 1> € 1.000,- 2> € 1.000,-
2. 1> € 1.000,- 2> € 120.000,-
3. 1> € 120.000,- 2> € 1.000,-
4. 1> € 120.000,- 2> € 120.000,-

Afschrijving hoort ...(1) thuis op de resultatenrekening en hoort ...(2) op de liquiditeitsrekening

1. 1 niet 2 niet
2. 1 niet 2 wel
3. 1 wel 2 niet
4. 1 wel 2 wel

In januari levert een bedrijf goederen aan een klant met een factuur a € 80.000,-. De klant zal de factuur in februari betalen. De opbrengst op de RR in januari is ...(1). De ontvangst op de Liq.rek. in januari is ...(2)

1. 1 € 0,- 2 € 0,-
2. 1 € 0,- 2 € 80.000,-
3. 1 € 80.000,- 2 € 0,-
4. 1 € 80.000,- 2 € 80.000,-

Op de RR staan bedragen ...(1) BTW
Op het Liquiditeitsoverzicht staan bedragen ...(2) BTW

1. 1 exclusief 2 exclusief
2. 1 exclusief 2 inclusief
3. 1 inclusief 2 exclusief
4. 1 inclusief 2 inclusief

Betalingstermijn debiteuren, bijv. 1 maand

Goederen geleverd in januari. Betaling klant in februari

Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari

Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari

Let op:

Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari

excl. BTW

Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari

incl. BTW

Opdracht debiteuren/crediteuren 1

Opdracht debiteuren/crediteuren

1> 285.600 + 285.600 + 321.300 = 892.500

2> 357.000 + 339.150 + 178.500 = 874.650

3> 214.200 + 249.900 + 309.400 = 773.500

4> 214.200 + 178.500 + 392.700 = 785.400

Opdracht debiteuren/crediteuren 2

Opdracht debiteuren/crediteuren

1> 2/3 x 360.000 + 1/3 x 372.000 = 364.000

2> 2/3 x 372.000 + 1/3 x 378.000 = 374.000

3> 2/3 x 390.000 + 1/3 x 405.000 = 395.000

Hw.

Opgave 4.2