28.12a Nog te ontvangen, want de debetzijde gaat over ...(1) om nog iets te ...(2)
A
1> het recht
2> krijgen
B
1> het recht
2> leveren
C
1> de plicht
2> krijgen
D
1> de plicht
2> leveren
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
28.12a Nog te ontvangen, want de debetzijde gaat over ...(1) om nog iets te ...(2)
A
1> het recht
2> krijgen
B
1> het recht
2> leveren
C
1> de plicht
2> krijgen
D
1> de plicht
2> leveren
Slide 1 - Quizvraag
28.12b
A
18.000 x 96
B
18.000 x 96 / 4
C
18.000 x 96 / 12
Slide 2 - Quizvraag
28.12c
A
18.000 x 96
B
18.000 x 96 / 4
C
18.000 x 96 / 12
Slide 3 - Quizvraag
5H Beco H29
Slide 4 - Tekstslide
Opgavenblad
1 Machine
Slide 5 - Tekstslide
Opgavenblad
1 Machine
jan 2014 uitgaven = 240.000
jan 2014 kosten = 3.800
dec 2018 kosten = 3.800
dec 2018 ontvangsten = 12.000
Slide 6 - Tekstslide
Opgavenblad
2 Inkoop en Verkoop
Slide 7 - Tekstslide
Opgavenblad
2 Inkoop en Verkoop
jan 2014 uitgaven = 26.000
jan 2014 kosten = 15.000
jan 2014 opbrengsten = 22.500
feb 2014 ontvangsten = 22.500
Slide 8 - Tekstslide
Inkoop en Verkoop
Matchingbeginsel:
De kosten ( inkoopwaarde ) dienen te worden toegerekend aan de producten die in een bepaalde periode worden verkocht
bijv. op 14 januari worden van de 3.000 producten de kosten van de inkoopwaarde van € 5,- geboekt
Let dus op: inkopen ≠ inkoopwaarde ( bijv 26.000 ≠ 15.000 )
Slide 9 - Tekstslide
In januari levert een bedrijf goederen aan een klant met een factuur a € 80.000,-. De klant zal de factuur in februari betalen. De opbrengst op de RR in januari is ...(1). De ontvangst op de Liq.rek. in januari is ...(2)
A
1 € 0,-
2 € 0,-
B
1 € 0,-
2 € 80.000,-
C
1 € 80.000,-
2 € 0,-
D
1 € 80.000,-
2 € 80.000,-
Slide 10 - Quizvraag
Op de RR staan bedragen ...(1) BTW Op het Liquiditeitsoverzicht staan bedragen ...(2) BTW
A
1 exclusief
2 exclusief
B
1 exclusief
2 inclusief
C
1 inclusief
2 exclusief
D
1 inclusief
2 inclusief
Slide 11 - Quizvraag
Betalingstermijn debiteuren, bijv. 1 maand
Goederen geleverd in januari. Betaling klant in februari
Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari
Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari
Slide 12 - Tekstslide
Let op:
Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari
excl. BTW
Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari
incl. BTW
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Winst-en-verliesrekening Scrontovorm
Slide 15 - Tekstslide
Winst-en-verliesrekening Paginavorm
Slide 16 - Tekstslide
Liquiditeitsbegroting
Slide 17 - Tekstslide
Voorraadgrootheden geven situatie weer op een bepaald moment
Balansposten zijn voorraadgrootheden
Stroomgrootheden hebben betrekking op een bepaalde periode
Posten op resultatenrekening en liquiditeitsoverzicht zijn stroomgrootheden
Slide 18 - Tekstslide
Hw.
Opgave 29.1
Slide 19 - Tekstslide
Opgave 29.1b interest
A
3 maanden vooruitbetaald
B
9 maanden vooruitbetaald
C
3 maanden nog te betalen
D
9 maanden nog te betalen
Slide 20 - Quizvraag
Opgave 29.1b
A
1.638 x 3
B
1.638 x 9
Slide 21 - Quizvraag
29.1c verzekeringspremie
A
4 maanden vooruitbetaald
B
8 maanden vooruitbetaald
C
4 maanden nog te betalen
D
8 maanden nog te betalen
Slide 22 - Quizvraag
29.1c
A
504 x 4/12
B
504 x 8/12
Slide 23 - Quizvraag
29.1d verhuur
A
2 maanden vooruitontvangen
B
10 maanden vooruitontvangen
C
2 maanden nog te ontvangen
D
10 maanden vooruitontvangen
Slide 24 - Quizvraag
29.1d
A
660 x 2/12
B
660 x 10/12
Slide 25 - Quizvraag
Betalingstermijn debiteuren, bijv. 1 maand
Goederen geleverd in januari. Betaling klant in februari
Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari
Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari
Slide 26 - Tekstslide
Let op:
Opbrengst verkoop op RR: als deal is gesloten, dus januari
excl. BTW
Ontvangst verkoop op liq.rek.: als betaling binnen is, dus februari