3v_Week 5_H3.2

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom, wat wil ik dat je nu doet?

Laptop blijft 

in de tas 

en dicht

Boeken, 

schrift

op tafel

Boeken open en schrift open waar we gebleven waren

Afspraken:

- Stil is ook echt stil

- Stil werken is ook echt stil werken

- Elkaar behandelen met respect

- Schoolafspraken gelden ook hier

Plattegrond

Programma

• Succesfactoren deze week
• Activiteiten voor deze les (Huiswerk als niet af)
• Uitleg belangrijke punten
• Basis opdracht
  
• Opdrachten op niveau
  
• Bespreken opdrachten
  
• Werken aan weektaak
  
• Afsluiting

Succesfactoren deze les

1) Ik kan beschrijven hoe het periodieksysteem is opgebouwd.

2) Ik kan groepen met speciale eigenschappen in het periodiek systeem benoemen.

3) Ik kan atoomsoorten indelen in metalen en niet metalen op basis van het periodiek systeem.

4) Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.

5) Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

Activiteiten voor deze les (Huiswerk als niet af)

- Bestuderen blz 119 en 124 van H3.2

- Maken opdrachten – keuze uit:

--> Makkelijke opdrachten: 2 en 4 van H3.1 & Lessonup opdracht

--> Gemiddelde opdrachten: 2 en 4 van H3.1 &  Lessonup opdracht

--> Moeilijke opdrachten: 4 en 9 van H3.1 & Lessonup opdracht

Succesfactoren deel 1

1) Ik kan beschrijven hoe het periodieksysteem is opgebouwd.

2) Ik kan groepen met speciale eigenschappen in het periodiek systeem benoemen.

3) Ik kan atoomsoorten indelen in metalen en niet metalen op basis van het periodiek systeem.

Periodiek systeem

Kolommen noemen we groepen:

- Groepen in het periodiek systeem hebben dezelfde stofeigenschappen.

Rijen noemen we perioden

Metaal of Niet-metaal

Zie blz 238

Speciale groepen

Groep 1: Alkalimetalen

Groep 17: Halogenen

Groep 18: Edelgassen

Hoe worden de rijen en kolommen genoemd in het periodiek systeem?

1. Rij = Periode Kolom = Groep
2. Rij = Groep Kolom = Periode
3. Rij = Atoom Kolom = Moleculen
4. Rij = Gewoon een rij Kolom = Gewoon een kolom

Wat is de naam en het symbool van het element in de 4de periode en de 6de kolom? (blz 178 boek)

1. Gallium - Ga
2. Hafnium - Hf
3. Chroom - Cr
4. Aluminium - Al

Tot welke speciale groep horen fluor, chloor, broom en jood?

1. Alkalimetalen
2. Aard-alkalimetalen
3. Edelgassen
4. Halogenen

Zou je het nu zelf kunnen?
1) Ik kan beschrijven hoe het periodieksysteem is opgebouwd.
2) Ik kan groepen met speciale eigenschappen in het periodiek systeem benoemen.
3) Ik kan atoomsoorten indelen in metalen en niet metalen op basis van het periodiek systeem.

1. 
2. 
3. 

Verwerken uitleg - Opdrachten op beheersingsniveau

Maken opdrachten 4 en 9 van H3.1

Maken opdrachten 2 en 4 van H3.1

Maken opdrachten 2 en 4 van H3.1

Bespreken opdrachten

Bespreken opdracht 2 en 4

Laten zien 9

Kan je de succesfactor afvinken?
1) Ik kan beschrijven hoe het periodieksysteem is opgebouwd.
2) Ik kan groepen met speciale eigenschappen in het periodiek systeem benoemen.
3) Ik kan atoomsoorten indelen in metalen en niet metalen op basis van het periodiek systeem.

1. 
2. 
3. 

Succesfactoren deze les

4) Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.

5) Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

Indeling van stoffen

Indeling van stoffen

Indeling van stoffen

Metalen

- Bestaan uit metaal-atomen (Zilver, Ag)

Zouten

- Bestaan uit een metaal en een niet metaal ion (Keukenzout, NaCl)

Moleculaire stoffen

- Bestaan uit niet-metaal-atomen (Koolstof, C)

Metalen - Zouten - Moleculaire stoffen

Demonstratie experiment:

- Wat verwacht je? Welke stoffen geleiden stroom?

	Metalen	Zouten	Moleculaire stoffen
Vast	Ja	Nee	Nee
Vloeibaar	Ja	Ja	Nee
Gas	Nee	Nee	Nee

Metaal, zout of moleculaire stof?

Na

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

Metaal, zout of moleculaire stof?

F​2​​

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

Metaal, zout of moleculaire stof?

NaF​​​

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

Metaal, zout of moleculaire stof?

C​6​​H​12​​O​6​​

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

Metaal, zout of moleculaire stof?

NaCH​3​​COO

1. Metaal
2. Moleculaire stof
3. Zout

Zou je het nu zelf kunnen?
4) Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.
5) Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

1. 
2. 
3. 

Opdracht - Neem de tabel over en vul in

Kan je de succesfactor afvinken?
4) Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.
5) Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

1. 
2. 
3. 

Werken aan huiswerk

- Bestuderen blz 119 en 124 van H3.2

- Maken opdrachten – keuze uit:

--> Makkelijke opdrachten: 2 en 4 van H3.1 & Lessonup opdracht

--> Gemiddelde opdrachten: 2 en 4 van H3.1 &  Lessonup opdracht

--> Moeilijke opdrachten: 4 en 9 van H3.1 & Lessonup opdracht

Afsluiting - Succesfactoren deze les

1) Ik kan beschrijven hoe het periodieksysteem is opgebouwd.

2) Ik kan groepen met speciale eigenschappen in het periodiek systeem benoemen.

3) Ik kan atoomsoorten indelen in metalen en niet metalen op basis van het periodiek systeem.

4) Ik kan stoffen indelen in de groepen metalen, moleculaire stoffen en zouten op basis van het periodiek systeem.

5) Ik kan verschillen benoemen tussen metalen, moleculaire stoffen en zouten.

Afsluiting - Huiswerk

- Bestuderen blz 119 en 124 van H3.2

- Maken opdrachten – keuze uit:

--> Makkelijke opdrachten: 2 en 4 van H3.1 & Lessonup opdracht

--> Gemiddelde opdrachten: 2 en 4 van H3.1 &  Lessonup opdracht

--> Moeilijke opdrachten: 4 en 9 van H3.1 & Lessonup opdracht