Woordenschat H1, havo 3

Woordenschat H1, havo 3
Stijlfiguren
- herhaling, tegenstelling en opsomming
- drieslag, climax en omgekeerde climax 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat H1, havo 3
Stijlfiguren
- herhaling, tegenstelling en opsomming
- drieslag, climax en omgekeerde climax 

Slide 1 - Tekstslide

Tekstdoel

Slide 2 - Tekstslide

Wat is beeldspraak?

Slide 3 - Woordweb

Waarom is het belangrijk om beeldspraak te herkennen?

Slide 4 - Woordweb

Waarom gebruiken we beeldspraak?

Slide 5 - Woordweb

Wat zou er met herhaling bedoeld worden?

Slide 6 - Open vraag

Wat zou er met tegenstelling bedoeld worden?

Slide 7 - Open vraag

Wat zou er met opsomming bedoeld worden?

Slide 8 - Open vraag

drieslag

Slide 9 - Woordweb

Drieslag
Een drieslag is een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen. Het is een effectieve manier om je boodschap extra krachtig en overtuigend te maken. Je kan een drieslag gebruiken aan het eind, of het begin van je tekst. Een bekend voorbeeld is: ‘Met bloed, zweet en tranen.’
Ik kwam, ik zag, ik overwon. 
 


Slide 10 - Tekstslide

climax

Slide 11 - Woordweb

Climax

Een climax is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.

Voorbeeld:

Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.

Slide 12 - Tekstslide

omgekeerde climax

Slide 13 - Woordweb

Omgekeerde climax
Een omgekeerde climax is een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht afnemen. Het is het tegenovergestelde van een climax.


Hij is wereldberoemd, nou ja... in Nederland, in onze stad dan. Ik bedoel: ik heb van hem gehoord.
Het is schitterend, prachtig, mooi, eigenlijk best aardig.

Slide 14 - Tekstslide

Hij voelde zich goed, geweldig, fantastisch toen hij geslaagd was.
A
drieslag
B
climax
C
omgekeerde climax

Slide 15 - Quizvraag

Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
climax

Slide 16 - Quizvraag

Zij speelden al de hele ochtend boter, kaas en eieren.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
climax

Slide 17 - Quizvraag

Filmpje NN
Filmpje herhaling, tegenstelling en opsomming 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 24-25: Maak opdracht 1 en 2
- Klassikaal maken we opdracht 3 

Slide 19 - Tekstslide