Goedgebekt instap taak 6 tot en met 10
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent "Je moet het ijzer smeden als het heet is"?
A
Je moet geduldig wachten op een kans.
B
Je moet rustig blijven en niets doen.
C
Je moet op het juiste moment je kans grijpen.
Slide 2 - Quizvraag
In welke situatie gebruik je "De appel valt niet ver van de boom"?
A
Als een kind veel op zijn ouders lijkt.
B
Als iemand iets moeilijks probeert
C
Als er iets onverwachts gebeurt.
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent "Geen slapende honden wakker maken"?
A
Niets doen om problemen te voorkomen.
B
Zorgen dat iedereen problemen begrijpt.
C
Problemen uit de weg gaan door voorzichtig te zijn.
Slide 4 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met "In vuur en vlam staan"?
A
Heel erg verliefd zijn.
B
Veel enthousiasme tonen.
C
Heel boos zijn.
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent "Van uitstel komt afstel"?
A
Als je iets niet direct doet, komt het er vaak niet meer van.
B
Het is nooit te laat om te beginnen.
C
Wachten is soms een goed idee.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent "brutalen hebben de halve wereld"?
A
Mensen die snel opgeven bereiken veel
B
Brutale mensen krijgen meestal hun zin
C
Mensen met veel vrienden zijn populair
D
Rijke mensen hebben altijd geluk
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord past in deze zin?
"De kinderen waren erg ___ tijdens het schoolreisje. Ze luisterden niet naar de leraar en renden overal rond."
"De kinderen waren erg ___ tijdens het schoolreisje. Ze luisterden niet naar de leraar en renden overal rond."
A
baldadig
B
integer
C
bedaard
D
sentimenteel
Slide 8 - Quizvraag
Wat past het beste in deze zin?
"De nieuwe regels zorgden voor veel ___ onder de bewoners vanwege de veranderingen."
"De nieuwe regels zorgden voor veel ___ onder de bewoners vanwege de veranderingen."
A
improvisatie
B
uitvluchten
C
hinder
D
desillusie
Slide 9 - Quizvraag
Gebruik het woord 'integer' in een zin.
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent 'desillusie'?
Slide 11 - Open vraag
Maak een zin met het woord 'hinder' of 'hinderen'.
Slide 12 - Open vraag
Hergebruiken
Ergens diep over nadenken
Bedenken
recyclen
filosoferen
Imiteren
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen melancholisch, droevig, ontroostbaar en verdrietig?
Slide 14 - Open vraag
Ik begrijp waarom idiomen, uitdrukkingen en woordenschat belangrijk is voor communicatie.
Zeker
Een beetje
Niet echt
Geen idee
Slide 15 - Poll
Je hebt het winnende doelpunt gescoord in een belangrijke wedstrijd. Hoe voel je je? Gebruik 1 woord.
