1.4 Nederland als parlementaire democratie

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland
Schrift op tafel
Pen op tafel
Tas op de grond

Startopdracht
Lees H1.4A
 blz 28
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland
Schrift op tafel
Pen op tafel
Tas op de grond

Startopdracht
Lees H1.4A
 blz 28

Slide 1 - Tekstslide

...beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland
een regering wordt gevormd.

...uitleggen welke rechten en taken
de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.

...drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
Het vormen van een bestuur
Leerdoel:
Je kan beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland een regering wordt gevormd.
Begrippen:
referendum
coalitie
oppositie
B
Rechten en taken van het parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.
Begrippen:
recht van budget
recht van interpellatie
recht van enquete
C
Rechten in de democratie
Leerdoel:
Je kan drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.
Begrippen:
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
rechtsstaat

 
recht van initiatief
recht van amendement
 
wetgevende macht
uitvoerende macht
rechterlijke macht

Slide 4 - Tekstslide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
A: het vormen van een bestuur 

Slide 5 - Tekstslide

Invloed uitoefenen op bestuur:
  • Directe verkiezingen
    - Gemeenteraad
    - Provinciale Staten
    - Tweede Kamer
  • Indirecte verkiezingen
    - Eerste Kamer
  • Referendum
    - stemmen over een wet of maatregel
    - uitslag is een advies voor de minister
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

  • Regering:

De ministers en de koning 

De ministers zijn het dagelijks bestuur: zij moeten problemen oplossen die tijdens hun bestuur ontstaan.
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 10 - Tekstslide

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Willem 1
Willem 2
Willem 3
Wilhelmina
Juliana
Beatrix
Willem-Alexander
Staatshoofden NL vanaf 1813

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
B: Rechten en taken van het parlement

Slide 13 - Tekstslide

De rechten van de ministers (regering) en de Eerste en Tweede Kamer 

Rood = wetgevende bevoegdheden

Blauw = controlerende bevoegdheden (= ze controleren de regering)

Paars = een controlerende als een wetgevende bevoegdheid



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
rechten en taken van het parlement

Slide 14 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
(Controlerende bevoegdheid)

  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
rechten van het parlement

Slide 15 - Tekstslide

Rechten van het parlement:
(controlerende/wetgevende bevoegdheid)

  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
rechten van het parlement

Slide 16 - Tekstslide

Rechten van Tweede Kamer:
(wetgevende bevoegdheid)

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
rechten van het parlement

Slide 17 - Tekstslide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
techten van het parlement
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 18 - Tekstslide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Samenvatting 
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
rechten van het parlement
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende en controlerende
bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

Hoe komt een wet tot stand?
  1. Een minister of Tweede Kamerlid komt met een wetsvoorstel (recht van initiatief) ->
  2. De Tweede Kamer stemt over het voorstel en/of kan veranderingen aanbrengen (recht van amendement) ->
  3. De Eerste Kamer stemt over het voorstel ->
  4. De minister en het Staatshoofd ondertekenen het voorstel ->
  5. Na publicatie in het Staatsblad is het een wet.

Aantekeningen voor het examen

Slide 22 - Tekstslide

Hoe komt een wet tot stand? 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
C: Rechten in de democratie 

Slide 25 - Tekstslide

Ook NL'se burgers hebben rechten.
De belangrijkste staan in grondwet: grondrechten.

Twee soorten:

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 26 - Tekstslide

Klassieke grondrechten 
 grondwet van 1848.
-> NL democratisch en vrij:
 
Vrijheid van... 
  • godsdienst
  • onderwijs
  • meningsuiting
  • drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 27 - Tekstslide

De sociale grondrechten.
In 1983 aan grondwet toegevoegd.  Beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden:

Recht op...
  • bestaanszekerheid
  • onderwijs
  • woongelegenheid
  • werk
  • medische zorg
  • bewoonbaarheid van het land
  • rechtsbijstand

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

NL is een rechtsstaat. :
  • alle burgers voorde wet gelijk
  • bestuurders en rechters moeten zich ook aan de wet houden
  • burgers en bestuurders krijgen dezelfde straffen
  • rechters zijn onafhankelijk. De overheid kan ze niet zomaar ontslaan.
  • Niemand mag zomaar opgepakt of veroordeeld worden.  
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 30 - Tekstslide

De verschillende machten in ons land zijn gescheiden:
  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht
  • Rechterlijke macht 

= trias politica / scheiding der machten
 
Hierdoor kan de macht niet bij één instantie liggen

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 31 - Tekstslide

  • Wetgevende macht  
    - 1e en 2e kamer
    - Provinciale Staten
    - Gemeenteraad 
  • Uitvoerende macht
    - Ministers (regering)
  • Rechterlijke macht 
    - Rechters 



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 32 - Tekstslide

Wetgevende macht:
  • Dit is het recht om wetten te maken, te wijzigen en goed- of af te keuren.
  • In NL ligt deze macht voor het grootste deel bij het parlement.
  • Ministers mogen ook wetsvoorstellen indienen (recht van initiatief), maar dit moet wel goedgekeurd worden door het parlement.

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 33 - Tekstslide

Uitvoerende macht:
  • Dit is het recht om aangenomen wetten uit te voeren. Dit recht ligt bij de ministers. Zij vormen samen met de koning de regering

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 34 - Tekstslide

Rechterlijke macht:
  • Dit is het recht om te beslissen of iemand schuldig is en welke straf er wordt gegeven.
  • Alleen rechters hebben in Nederland dit recht
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken Memo
  • §1.4
Klaar? Oefenen!
  • eindexamensite.nl
  • Test Jezelf (memo)

Slide 37 - Tekstslide

examenvraag 1
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 38 - Tekstslide

antwoord 1 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 39 - Tekstslide