1.1 verandering in woonbuurten

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.1
Veranderingen in woonbuurten
Arm en rijk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.1
Veranderingen in woonbuurten
Arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Actualiteitenpresentatie
Bespreken buurtprofiel
herhaling 
Uitleg paragraaf 1.1
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Op welke drie manieren kunnen we kijken of een land rijk is?

Slide 3 - Tekstslide

Op welke drie manieren kunnen we kijken of een land rijk is?
  1. BNP
  2. BNP/inwoner
  3. HDI 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom laat BNP/inwoner verschillen tussen arm en rijk niet goed weer?

Slide 5 - Tekstslide

1.1 Veranderingen in woonbuurten

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor woningtypes zijn het?
Galerijflat
portiek-etagewoningen
Modern appartement
19e eeuwse arbeiderswoningen
Moderne eengezinswoning / rijenwoning

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Sanering
Renovering
Stadsvernieuwing

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

3

Slide 20 - Video

00:30
Bij gentrificatie worden oude goedkope wijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
bedrijven
B
overheid
C
rijke mensen van buiten de wijk
D
inwoners die al in de wijk wonen

Slide 21 - Quizvraag

00:41
In welke wijken komt gentrificatie voor?
A
hoge inkomenswijken
B
lage inkomenswijken wijken in dorpen
C
lage inkomenswijken aan de rand van de stad
D
lage inkomenswijken net buiten het centrum

Slide 22 - Quizvraag

01:12
Wat is geen nadeel van gentrificatie?
A
arme bewoners moeten verhuizen
B
de huren en huizenprijzen stijgen enorm
C
er komen meer voorzieningen
D
de stad krijgt meer inkomsten

Slide 23 - Quizvraag

Als buurten achteruit gaan doordat woningen in steeds slechtere staat zijn noemen we dat ........

Slide 24 - Open vraag

Wat is geen reden dat veel mensen in de jaren '70 en '80 de verpauperde steden verlieten?
A
toegenomen welvaart
B
lage huizenprijzen
C
veel criminaliteit
D
toegenomen mobiliteit

Slide 25 - Quizvraag

Het platgooien en opnieuw opbouwen van een woonwijk noemen we ........

Slide 26 - Open vraag

Als er oude huizen worden opgeknapt noem je dat .....

Slide 27 - Open vraag

Dat er gemiddeld steeds minder mensen per woning wonen noemen we .........

Slide 28 - Open vraag

Dat was het!
Ga nu voor jezelf na of je alles begrepen hebt.

Rechts zie je de onderwerpen die in deze les behandeld zijn. Ben je klaar voor de toets, of heb je hier nog hulp bij nodig? Sleep de leerdoelen naar de vakjes hieronder.
NEE!
Ik begrijp dit
echt niet
Ik vind dit nog steeds
heel moeilijk
Ik begin het
te snappen!
Volgens mij begrijp
ik dit!
JA!
Kom maar door
met die toets!
Je kent de kenmerken van woonbuurten
Je begrijpt hoe en waarom woonbuurten veranderen.
Je kunt aan de hand van woningsoorten en woningtype uitspraken doen over woonbuurten

Slide 29 - Sleepvraag

Maken
In je papieren werkboek
opdracht 1,2,3,5 en 7

Slide 30 - Tekstslide