Formatieve toets elasticiteiten

Formatieve toets 
Welkom bij de formatieve toets over de elasticiteiten en de economische kringloop

In de toets zitten open en gesloten vragen

Als je een open vraag hebt beantwoord druk je op 
om naar de volgende dia te gaan klik je op het pijltje rechtsonder in je scherm 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formatieve toets 
Welkom bij de formatieve toets over de elasticiteiten en de economische kringloop

In de toets zitten open en gesloten vragen

Als je een open vraag hebt beantwoord druk je op 
om naar de volgende dia te gaan klik je op het pijltje rechtsonder in je scherm 

Slide 1 - Tekstslide

Deel 1
Elasticiteiten



Slide 2 - Tekstslide



Een winkelier heeft onderzocht dat de vraag naar een product 1.200 stuks is bij een prijs van € 15.
Hij verhoogt de prijs naar € 18; nu blijkt de vraag naar dat product 900 stuks.
Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar dit product 
Antwoord in twee decimalen met kommascheiding, bijvoorbeeld -1,67


Hoe groot is blijkbaar de prijselasticiteit van de vraag?

Slide 3 - Open vraag


De prijselasticiteit van de vraag naar een goed is -0,6. De prijs stijgt met 20%. De gevraagde hoeveelheid was 120.000 stuks. Hoeveel wordt gevraagde hoeveelheid?
A
80.000
B
105.600
C
112.800
D
118.500

Slide 4 - Quizvraag


Een winkelier heeft onderzoek gedaan naar de prijselasticiteit van de vraag naar een product .
Bij een prijs van € 15 en een vraag van 900 stuks is de prijselasticiteit van de vraag naar dat product(Ev) gelijk aan -1,5.
De omzet zal bij een prijs van € 17 zijn gestegen.

A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag


Een prijsverhoging van fietsen met 3%, leidt tot een stijging van de omzet van fietsen met 0,75%.
De vraag naar fietsen is klaarblijkelijk...

A
Inkomenselastisch
B
Inkomensinelastisch
C
Prijselastisch
D
Prijsinelastisch

Slide 6 - Quizvraag


Gegeven dat qv = -30p + 300. De prijs stijgt van € 4 naar € 5. De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is
A
-30
B
-1,5
C
-1
D
-0,67

Slide 7 - Quizvraag


In welke grafiek wordt de vraag naar luxegoederen weergegeven?
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C

Slide 8 - Quizvraag


Als het gemiddeld besteedbaar inkomen in Nederland met 5% stijgt, stijgt de vraag naar elektrische fietsen met 7%. De inkomenselasticiteit van de vraag naar elektrische fietsen is dan ... 
A
0,71
B
1,02
C
0,98
D
1,4

Slide 9 - Quizvraag


Wanneer twee goederen tegenover elkaar een kruislingse prijselasticiteit van de vraag hebben met een waarde kleiner dan nul, kunnen we spreken van ... 
A
substitutiegoederen
B
complementaire goederen
C
normale goederen
D
inferieure goederen

Slide 10 - Quizvraag