Overhoorvragen Britse Rijk Deelvraag 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Overhoorvragen Britse Rijk Deelvraag 2

In de 16e en 17e eeuw was er sprake van Britse aanwezigheid in India.
1. Wat zijn factorijen?

2. Wat was gedurende deze eeuwen de voornaamste economische activiteit van de Britten in India?

3. Welke Britse partij werd belast met de activiteiten in India?

4. Waarom lukte het de EIC niet om, zoals in de Nieuwe Wereld wél lukte, kolonies te stichten in India?

Vanaf het midden van de 17e eeuw raakte het Mogolrijk in verval.
5. Op welke wijze profiteerde de EIC van het in verval raken van het Mogolrijk?

6. Wat is het verdrag van Allahabad?

7. Dankzij het verdrag van Allahabad verkreeg de EIC, naast handel, nog een andere belangrijke inkomstenbron. Wat was deze?

Het Brits-Indisch leger en de Royal Navy speelden een belangrijke rol in het bestuur van de EIC over India.
8. Wat is het Brits-Indisch leger?

9. Wat is een sepoy?

10. De EIC maakte gebruik van de al bestaande inheemse machtsstructuur. Wat betekent dit?

11. Met welk doel koos de EIC voor deze manier van regeren?

De EIC wees Indiase religieuze en sociale gebruiken af.
12. Geef één voorbeeld van het afwijzen van deze gebruiken.

13. In 1857 kwamen de sepoys in opstand. Hoe verliep deze opstand?

14. Na deze opstand vond er een Britse beleidsverandering plaats. Leg dit uit.

Na de Industriële Revolutie in Groot-Brittannië veranderde de rol die de Indische kolonie speelde in het Britse Rijk.
15. De Britse industrie werd afhankelijk van buitenlandse afzetmarkten. Leg dit uit.

16. De Indiase bevolking werd afhankelijk van de Britse kledingproductie. Leg dit uit.

17. De bevolking in India protesteerde tegen deze afhankelijkheid, waaronder de Swadeshi-beweging. Waartegen zouden zij protesteren?

18. Dankzij de Industriële Revolutie werd het voor de regering van Groot-Brittannië ook makkelijker om India direct (dus vanuit Londen) te besturen. Leg dit uit en noem hierbij minstens één voorbeeld.

In Groot-Brittannië ontstond een superioriteitsgevoel richting haar kolonies.
19. Wat is een superioriteitsgevoel?

20. In India werd de Britse cultuur opgelegd. Geef hiervan drie voorbeelden

21. In 1885 werd de Indian National Congress opgericht. Wat was hun doel?

Gedurende eind 18e tot en met eind 19e eeuw (circa 1870) was Groot-Brittannië de enige geïndustrialiseerde natie ter wereld. Gedurende deze periode streefde de regering van Groot-Brittannië vrijhandel na, zelfs als handelsbarrières met geweld opengebroken moesten worden.
22. Wat is vrijhandel?

23. Waarom streefde de regering van Groot-Brittannië vrijhandel na?

24. Dit is een liberaal standpunt te noemen. Leg dit uit.