2.2 Reactievergelijkingen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

2.2 Reactievergelijkingen

Wat gaan we leren?

• Je weet het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking
• Je kunt uit een beschrijving van een chemische reactie een reactieschema opstellen.
• Uit een reactievergelijking kun je halen wat het coëfficient en index is 

Chemische reactie

Stoffen > Moleculen > Atomen

Stoffen kunnen reageren. Dat betekent dat stoffen veranderen.  

Chemische reactie

Beginstoffen                     ------------------->         Reactieproducten

+

+

-->

-->

Chemische reactie

Bij een chemische reactie ontstaan er uit beginstof(fen) nieuwe reactieproduct(en) 

Reactieschema vs vergelijking

Reactieschema (in woorden):

Water -> Waterstof + Zuurstof

Reactievergelijking (in formules):

2 H2O -> 2 H2 + O2

Wat van de volgende is een reactieschema?

1. CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O
2. hout -> koolstof + koolstofdioxide + water

Hoe stel je een reactieschema op?

1. Beginstoffen voor de pijl, reactieproducten na de pijl
2. Reactieproducten voor de pijl, beginstoffen na de pijl

Wat is het reactieproduct in dit reactieschema?

1. Ijzer en water
2. Ijzer, water en zuurstof
3. Roest
4. Ijzer, water, zuurstof en roest

Wat is de beginstof in dit reactieschema?

1. Zilver en chloor
2. Zilverchloride
3. Zilver
4. Chloor

In dit reactieschema is koperchloride...

1. de beginstof.
2. het reactieproduct.

Een reactieschema geef je in:

1. Woorden.
2. Symbolen.

Je gaat water ontleden. Er ontstaat waterstof en zuurstof. Geef het reactieschema.

We verbranden methaan. Het reageert dan met zuurstof. Er ontstaat water en koolstofdioxide. Geef het reactieschema.

We laten natrium en chloor met elkaar reageren. Er ontstaat natriumchloride. Geef het reactieschema.

Reactieschema en reactievergelijking

Een reactieschema is in woorden. Een reactievergelijking met formules.

De ontleding van water geef je bijvoorbeeld zo weer:

2H₂O --> 2H₂  +  O₂

Coëfficient en index

De coëfficiënt staat altijd...

1. voor het molecuul
2. in het molecuul
3. achter het molecuul

Wat is de coëfficiënt bij ?

1. H
2. 2
3. O
4. 3

Wat geeft de coëfficiënt aan?

1. aantal moleculen
2. aantal atomen
3. aantal atomen in het molecuul
4. aantal moleculen in het atoom

2H2O (l)--> 2H2 (g) + O2 (g)
Je ziet hierboven de ontledingsreactie van water in molecuulformules.
De 2 voor H2O is de ...

1. coefficient en geeft het aantal moleculen weer
2. coefficient en geeft het aantal atomen weer
3. index en geeft het aantal moleculen weer
4. index en geeft het aantal atomen weer

Het rode cijfer heet:

O2

1. index
2. coëfficiënt
3. atoom
4. molecuul

Het rode cijfer heet:

O2 + 2 H2 --> 2 H2O

1. index
2. coëfficiënt
3. atoom
4. molecuul

Wat ga je doen? 

Je gaat maken 1 t/m 6 (blz. 78)

Leren tabellen voor SO as donderdag (zet ze eventueel in WRTS)