“Hun” kun je gebruiken als bezittelijk voornaamwoord. Dan verwijst het woord altijd naar meerdere personen. Als persoonlijk voornaamwoord kun je “hun” gebruiken wanneer je er een voorzetsel bij kunt bedenken, zoals aan, van of voor. Ik heef hun de schuld. Als er daadwerkelijk een voorzetsel staat, moet je “hen” gebruiken. Dit boek is van hen.