,

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie

Mobiel in  mobieltas
Tas op de grond
Boeken op tafel.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Mobiel in  mobieltas
Tas op de grond
Boeken op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie 

Slide 2 - Tekstslide

...kan in de culturele, politieke, economische en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders

...kan ik beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië

...kan ik uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde

...ken ik de begrippen VOC, handelsmonopolie, modern imperialisme, KNIL, pacificatie, indirect bestuur en gouverneur-generaal
AAN HET EINDE VAN DE LES...

Slide 3 - Tekstslide

Klassikale uitleg

Maken opdrachten

Nakijken

Afsluiten
DOEN

Slide 4 - Tekstslide

Indonesië

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
Begrippen:
  • Geen
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
  • Handelsmonopolie
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Indirect bestuur

  • Pacificatie
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 8 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
  • 50x zo groot als NL
  • Voor 1600 geen eenheid!
  • jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen

Slide 9 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf de 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden: 
  • Schrift uit India
  • Chinese munten bij handel
  • Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
  • Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst

Slide 10 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
  • Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
  • 1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam

Atjeh:
  • 1520: Islamitisch sultanaat
  • Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
  • Handel in specerijen. => Atjeh werd rijk
  • Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot

Slide 11 - Tekstslide

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra

Slide 12 - Tekstslide

Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 13 - Quizvraag

Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning 
Modjohit ontstond rond 1300 op Java 
Modjohit was hindoe-boeddhistisch 

Slide 14 - Sleepvraag

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
  • Tot 1596: handel voeren met Portugezen, wat erg duur was
  • Nederland wilde zelf een route vinden naar Azië toe. Dit lukte in 1596

Slide 15 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • 1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
  • Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
  • Handelsposten op Java, India, China, Japan. Belangrijkste: Batavia op Java
  • Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten

Slide 16 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • VOC mocht oorlog voeren en volkeren met geweld dwingen tot samenwerking
  • Genocide van Banda (1621)
  • VOC voerde oorlogen om handelsposten te stichten. Veel meer gebied had de VOC niet

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen

Slide 19 - Quizvraag

Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?

A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren

Slide 20 - Quizvraag

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Pacificatie
  • 1798: VOC gaat failliet. Staat neemt alle bezittingen over.
  • De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië
 
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 21 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
1800: Modern imperialisme

Drie oorzaken:
  • grondstoffen voor de industrie
  • het gaf je aanzien
  • Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen

Dit wilde Nederland ook

Kan jij deze spotprent uitleggen?

Slide 22 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op. Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.
1873: Atjeh

Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede



Zag de inheemse bevolking dit ook zo?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
1596 - Nederlandse handelsschepen komen aan in de haven van Bantam (Java)
1602 - Oprichting VOC
1621 - Genocide op Banda (eilandengroep)
1798 - VOC failliet
1800 - begin modern imperialisme
1873-1903 - Atjeh-oorlog

Slide 28 - Tekstslide

Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten

Slide 29 - Quizvraag

Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?
A
Dorpshoofden
B
Gouverneur-Generaal
C
Regenten
D
Residenten

Slide 30 - Quizvraag

Bestuur van Nederlands Indië
Uit welk land?
Van hoog naar laag
Gouverneur-Generaal
Regenten
Residenten
Dorpshoofden
Nederland
Indonesië

Slide 31 - Sleepvraag

timer
1:00
Laat LessonUp open staan op je laptop!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §1.1
Opdracht 1 t/m 7, 9 t/m 12
Waarom?
Omdat je de lesstof eigen moet maken
Hoe?
Lees de teksten, maar de vragen
Klaar?
Maak opdracht 8

Slide 32 - Tekstslide

Heb je het gesnapt?

Slide 33 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Handelsmonopolie
Modern-imperialisme
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Pacificatie
Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal

Slide 34 - Tekstslide


Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Open vraag


Schrijf een vraag wat je nog niet hebt gesnapt

Slide 36 - Open vraag


Leg in je eigen woorden uit waarom Nederland
zijn macht over Oost-Indië uitbreidde

Slide 37 - Open vraag


Geef je inzet tijdens deze les een cijfer
110

Slide 38 - Poll


Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll


Wat kan er beter/anders aan deze les?

Slide 40 - Open vraag