,

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Van vorstendommen tot kolonie 

Slide 1 - Tekstslide

...kan in de culturele, politieke, economische en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders

...kan ik beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië

...kan ik uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde

...ken ik de begrippen VOC, handelsmonopolie, modern imperialisme, KNIL, pacificatie, indirect bestuur en gouverneur-generaal
AAN HET EINDE VAN DE LES...

Slide 2 - Tekstslide

Indonesië

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
Begrippen:
  • Geen
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
  • Handelsmonopolie
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Indirect bestuur

  • Pacificatie
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 6 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
  • Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders 
Begrippen:
  • Geen
  • 50x zo groot als NL
  • Voor 1600 geen eenheid!
  • jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen

Slide 7 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf de 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden: 
  • Schrift uit India (Hindi)
  • Chinese munten bij handel
  • Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
  • Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst

Slide 8 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
  • Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
  • 1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam

Atjeh:
  • 1520: Islamitisch sultanaat
  • Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
  • Handel in specerijen. => Atjeh werd rijk
  • Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot

Slide 9 - Tekstslide

Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra

Slide 10 - Tekstslide

Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars

Slide 11 - Quizvraag

Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning 
Modjohit ontstond rond 1300 op Java 
Modjohit was hindoe-boeddhistisch 

Slide 12 - Sleepvraag

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
  • Handelsmonopolie
  • Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
  • Tot 1596: handel voeren met Portugezen, wat erg duur was
  • Nederland wilde zelf een route vinden naar Azië toe. Dit lukte in 1596

Slide 13 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • 1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
  • Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
  • Handelsposten op Java, India, China, Japan. Belangrijkste: Batavia op Java
  • Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten

Slide 14 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
  • VOC mocht oorlog voeren en volkeren met geweld dwingen tot samenwerking
  • Genocide van Banda (1621)
  • VOC voerde oorlogen om handelsposten te stichten. Veel meer gebied had de VOC niet

Slide 15 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
  • Indirect bestuur
  • Gouverneur-generaal
  • Pacificatie
  • 1798: VOC gaat failliet. Staat neemt alle bezittingen over.
  • De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië
 
  • Koninklijk Nederlands-Indisch leger
  • Modern imperialisme

Slide 16 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
1800: Modern imperialisme

Drie oorzaken:
  • grondstoffen voor de industrie
  • het gaf je aanzien
  • Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen

Dit wilde Nederland ook

Kan jij deze spotprent uitleggen?

Slide 17 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) op. Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.
1873: Atjeh

Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede



Zag de inheemse bevolking dit ook zo?

Slide 18 - Tekstslide

§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden

Slide 19 - Tekstslide

timer
1:00
Laat LessonUp open staan op je laptop!
AAN DE SLAG!
Wat?
Maken §1.1
Opdracht 1 t/m 7, 9 t/m 12
Waarom?
Omdat je de lesstof eigen moet maken
Hoe?
Lees de teksten, maar de vragen
Hulp?
Rood: stilte, geen vragen
Oranje: stilte, je mag vragen stellen
Groen: zachtjes overleggen
Klaar?
Maak opdracht 8

Slide 20 - Tekstslide

Heb je het gesnapt?

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Handelsmonopolie
Modern-imperialisme
Koninklijk Nederlands-Indisch leger
Pacificatie
Indirect bestuur
Gouverneur-Generaal

Slide 22 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
1596 - Nederlandse handelsschepen komen aan in de haven van Bantam
1602 - Oprichting VOC
1621 - Genocide op Banda
1798 - VOC failliet
1800 - begin modern imperialisme
1873-1903 - Atjeh-oorlog

Slide 23 - Tekstslide


Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag


Schrijf een vraag wat je nog niet hebt gesnapt

Slide 25 - Open vraag


Leg in je eigen woorden uit waarom Nederland
zijn macht over Oost-Indië uitbreidde

Slide 26 - Open vraag


Geef je inzet tijdens deze les een cijfer
110

Slide 27 - Poll


Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll


Wat kan er beter/anders aan deze les?

Slide 29 - Open vraag