les 1: Het weer (assessmentles)

 Weer en klimaat 
Les 1: de weerelementen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 Weer en klimaat 
Les 1: de weerelementen

Slide 1 - Tekstslide

Planning tot de zomervakantie
Streefdatum thema water: woensdag 10 mei

Nieuw thema weer en klimaat
Streefdatum 16 juni: inleveren presentatie weerbericht + poster
- Weerelementen 
- klimaat in NL en de wereld
- klimaatverandering 

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij 'het weer'?

Slide 3 - Woordweb

Wie is er op vakantie geweest in de meivakantie?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen rood
Je beschrijft wat weer is.

Je beschrijft het weerelement 'temperatuur'.
Je beschrijft het weerelement ‘wind’.
Je beschrijft het weerelement ‘neerslag’.
Je beschrijft het weerelement ‘bewolking’.





Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen wit 
Je legt uit wat weer is.

Je legt het weerelement 'temperatuur' uit.
Je legt het weerelement ‘wind’ uit.
Je legt het weerelement ‘neerslag’ uit.
Je legt het weerelement ‘bewolking’ uit.



Slide 6 - Tekstslide

Kijkvraag
We gaan kijken naar het weerbericht. 

Welke begrippen of woorden over het weer gebruikt de weerman?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Begrippen of woorden over het weer

Slide 9 - Woordweb

Hoe ontstaat het weer? 
Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op een bepaalde plaats. De zon heeft hier een grote invloed op!
Het weer is dus plaatselijk en tijdelijk. 

Slide 10 - Tekstslide

De vier weer elementen 




temperatuur
hoeveelheid wind
neerslag
bewolking

Slide 11 - Tekstslide

Wat heeft de grootste invloed op het weer?
A
Bewolking
B
Zon
C
Wind
D
Neerslag

Slide 12 - Quizvraag

Temperatuur 
De temperatuur geeft aan hoe warm of koud het is.


De zonnestralen bereiken de evenaar eerder. Ze zijn dan nog warm en krachtig.

Slide 13 - Tekstslide

Oceaan en windrichting
Relief (bergen)

Slide 14 - Tekstslide

Op welke plek is de temperatuur gemiddeld het hoogst?
A
Europa
B
Bij de zuidpool
C
Bij de evenaar
D
Spanje

Slide 15 - Quizvraag

Je gaat in de zomer naar het strand. De wind komt vanaf de zee. Het windje geeft nu:
A
Verkoeling
B
Extra warmte

Slide 16 - Quizvraag

Wind
Wind is lucht die zich verplaatst. 

Je kunt de wind niet zien maar wel voelen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Neerslag
Neerslag is water dat in verschillende vormen uit de dampkring valt. 

De meeste neerslag valt in de vorm van regen, sneeuw of hagel.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke vorm van neerslag komt er het vaakst in Nederland voor?
A
Regen
B
Sneeuw
C
Hagel
D
Mist

Slide 21 - Quizvraag

Bewolking
Een wolk bestaat uit een heleboel waterdruppeltjes bij elkaar in de dampkring. De waterdruppeltjes samen vormen een wolk. Wolken veranderen steeds van vorm en bewegen door wind.


Slide 22 - Tekstslide

Met welk weerelement start de waterkringloop?
A
Wind
B
Bewolking
C
Neerslag
D
Temperatuur (zon)

Slide 23 - Quizvraag

Begrippen van deze les
Weerelement

Het weer
Neerslag
Temperatuur
Wind
Windrichting
Windkracht of windsnelheid
Bewolking
Klimaat  







Slide 24 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Allen: uitleg van de opdracht.

Rood: Je gaat aan de slag met de opdracht.

Wit: 1. Verdieping van de Lessonup.
2. Daarna aan de slag met de opdracht.

Slide 25 - Tekstslide

De verwerkingsopdracht
Wat: je maakt een verwerkingsopdracht die past bij jouw leervoorkeur.
Hoe: In twee of drietallen met dezelfde leervoorkeur. De groepjes zijn door de docent gemaakt!
Hulp: je buurman/vrouw – vinger opsteken
Tijd: 1 minuut om klaar te zitten en 30 minuten om te werken.
Klaar: rood en wit ga aan de slag met de opdrachten in de learningportal -> week 19
Uitkomst: je hebt de weerelementen en belangrijke begrippen beschreven op een poster of mindmap of kahoot.





Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Huiswerk
Maak 2 foto's van wolken die je mooi vindt 

Slide 28 - Tekstslide