Les 13

Goedemorgen
en
welkom H2B!n
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
en
welkom H2B!n

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Herhaling vorige les
  • Nieuwe lesstof
  • Zelfstandig werken
  • Boek uitzoeken
  • Nabespreking 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het fictiedossier
Dit jaar:
  • 4 boeken lezen
  • Een aantal dossieropdrachten (ongeveer 8)

Slide 3 - Tekstslide

Lesstart tot 9.00
Hw bespreken tot 9.10/15
Quiz: 9.15 - 9.40
Afsluiten: 9.40-9.45
Herhaling vorige les
  • Welke stappen neem je voor het schrijven van een amuserende tekst?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst amuserend schrijven
  1.  Bepaal het doel van je tekst. Waarom schrijf je en voor wie?
  2. Kies een onderwerp. Kies iets dat dicht bij je staat of wat je aan het hart gaat.
  3. Kies een vorm: gedicht, verhaal, strip, etc. 
  4. Doe inspiratie en kennis op. Wat zeggen/schrijven anderen over jouw onderwerp? Wat doen zij goed? Welke invalshoeken gebruiken zij?
  5. Begin met schrijven!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emoties oproepen bij een tekst
  • Dat kun je op 3 manieren doen: 
  1. Overdrijven/aandikken
  2. Eigen ervaringen gebruiken (ook weer: 'voorbeelden')
  3. Spelen met taal 'de troosthond' 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvormen
 (NIEUWE LESSTOF)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

meervoudsvormen
bijzondere meervoudsvormen
  • sommige woorden die eindigen op -ee of -ie kunnen een meervoud hebben -s. Kanarie - kanaries
  • daarnaast kunnen woorden die eindigen op -ee of -ie een meervoud hebben op -n of -en. 
    -ie met klemtoon dan -ën: industrie - industrieën
    - klemtoon elders dan -n: bacterie - bacteriën

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven bijvoeglijk naamwoord
De meeste zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door er -(e)n, -s, of -eren achter te zetten. Vaak kun je het meervoud gewoon opschrijven zoals je het hoort. Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een bijzondere meervoudsvorm. In dit overzicht zie je zulke woorden met hun spellingsregel.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Maken vanaf blz. 50 (les 12):
1 t/m 8

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies