les 13 H1.3 concentratie en molariteit

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

H1 Chemisch rekenen

NOVA vwo4

les 13 H1.3 concentratie en molariteit

Leg klaar:

- laptop

- schrift + pen 

- rekenmachine

- Binas

Deze les

- uitleg H1.3 concentratie en molariteit

- voorbeeldopgaven samen oefenen

- zelf oefenen / vragen stellen over het huiswerk

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je de concentratie en de molariteit van een oplossing berekenen

Gehalte

Een gehalte kun je uitdrukken in percentage, promillage, ppm of ppb. 

In de berekening gebruik je boven en onder de streep dezelfde eenheid!

weet je het nog?

Zilver wordt onder andere gewonnen uit het mineraal acanthiet,
Bereken het massapercentage zilver in acanthiet (noteer hier alleen het eindantwoord).

Ag​2​​S(s)

massapercentage Ag in Ag₂S =

(massa 2 x Ag) : (massa 2 x Ag + 1 x S) =

(2 x 107,9) : (2 x 107,9 + 32,06) =

215,8 : 247,86 =

0,8707 = 87,07 %

Gehalte

Een gehalte kun je uitdrukken in percentage, promillage, ppm of ppb. 

In de berekening gebruik je boven en onder de streep dezelfde eenheid!

weet je het nog?

Hoeveel gram suiker zit er in 130 gram van een 20% procent suikeroplossing?

1. 14 gram
2. 20 gram
3. 26 gram
4. 130 gram

Concentratie 

- stof in een oplossing

- gas in een ruimte

Let op de eenheden: 

    mg/m3    of    kg/dm3    of    g/L

Het mag allemaal.... als je het maar goed noteert!

c = massa stof / volume

voorbeeld

Concentratie Glucose in mg / L

Reeks oplossingen met afnemende concentratie  kopersulfaat.

Concentratie

- In welke maatcilinder is de concentratie het hoogst? 

_ In welke maatcilinder is de concentratie het laagst? 

-Verandert de concentratie ?

van A naar B?

van D naar E? 

van E naar F? 

Vergelijk de onderstaande glucoseconcentraties:
Is er één glucose concentratie het hoogst?
a. 100 mg / dm3
b. 100 gram / m3
c. 1,00 mg / cm3

1. ja, a
2. ja b
3. ja c
4. ze zijn alledrie evenhoog

weet je het nog?

suiker = C12H22O11

Hoeveel mol suiker bevat deze oplossing?

M_suiker = 342,30 g/mol

26g : 342,30g/mol = 0,076 mol

Hoeveel mol suiker bevat dan 1,0 L van deze  oplossing?

dus 1,0 L bevat ... mol suiker

in

M_suiker = 342,30 g/mol

26g : 342,30g/mol = 0,076 mol

0,076 mol / 0,130 L = 0,58 mol / L

Hoeveel mol suiker bevat dan 1,0 L van deze  oplossing?

dus 1,0 L bevat ... mol suiker

in

Molariteit

= concentratie van een stof in

mol per Liter

notatie:

[C12H22O11] = 0,58 mol / L

[C12H22O11] = 0,58 mol L-1

[C12H22O11] = 0,58 M

phet.colorado.edu

Je lost 2,40 mol glucose op in 8,0 liter water. Bereken [glucose].

1. 0,60 M
2. 0,30 M
3. 3,33 M
4. 6,66 M

Notatie molariteit

Onthoud:

• met [ ... ] bedoelen we altijd de concentratie van een stof in mol per Liter
• tussen [ ....] staat de stof of het deeltje
• mol per Liter wordt vaak afgekort tot M
• soms hebben we het over mM, dat betekent mmol / liter.
  

In bloed wordt een concentratie glucose gemeten van 140 mg / liter.

De molaire massa van glucose is 180 gram / mol.

Wat is de molariteit van de glucose-oplossing? 

1. 0,778 M
2. 25,2 mM
3. 0,778 mM
4. 2,52 M

M = molaire massa (g/mol) gebruik je om de hoeveelheid van​ één stof om te rekenen gram < -- > mol​

​

Deze M is een grootheid, deze M staat altijd vóór het getal:​

M = 18,016 g/mol​

​

M van molariteit = mol/L 

gebruik je om de concentratie van een oplossing​ weer te geven in mol/L​

​

Deze M is een eenheid, deze M staat altijd achter een getal:​

[A] = 0,15 M​

Let op de betekenis van de letter M:

eigen werk

• Leer de formule en het complete rekenschema (figuur 3) op blz 32 en bestudeer voorbeeldopdracht 1
  
• Maak opgave 7 + 8 van H1.3
  
• Kijk je antwoorden na 

Aan het werk of vragen stellen over huiswerk vorige les

H1 Chemisch rekenen

NOVA havo4

les 14 H1.3 gehalte, concentratie en molariteit

Leg klaar:

- laptop

- schrift + pen 

- rekenmachine

- Binas

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je:

• berekeningen uitvoeren aan gehaltes:massa%, volume %, massa-ppm, massa-ppb

• de concentratie en de molariteit van een oplossing berekenen

rekenen met formule 

(aantal %, ppm, ppb wordt gevraagd)

 rekenen met factor

20 ppm van ... = 20 * 10-6 x ...

348 ppb van ... = 348 * 10-9 x ...

4 % van ... = 0,04 x ...

massappm=​massageheel​​massadeel​​⋅10​6​​ppm

massappb=​massageheel​​massadeel​​⋅10​9​​ppb

Concentratie 

- stof in een oplossing

- gas in een ruimte

Let op de eenheden: 

    mg/m3    of    kg/dm3    of    g/L

Het mag allemaal.... als je het maar goed noteert!

c = massa stof / volume

Molariteit

= concentratie van een stof in

mol per Liter

notatie:

[C12H22O11] = 0,58 mol / L

[C12H22O11] = 0,58 mol L-1

[C12H22O11] = 0,58 M

Maak H1.3 opgave 5 t/m 10 af

Noteer de berekening in je schrift of boek

Kijk na met uitwerkingen (Magister) of voer je antwoord in op NOVA-online