Burgerschap H6.3 H6.4

Burgerschap 
G
Neem plaats en pak je boek 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap 
G
Neem plaats en pak je boek 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


-Keuzedeel 1: stelling of nieuws in makkelijke taal kijken? 
-Keuzedeel 2: Herhaling H6.1 H6.2
-Introductie 6.3 Waar haal ik mijn recht? 
-Introductie 6.4 Welke straf is rechtvaardig? 
-Werken in het boek of aan je portfolio 





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleveren portfolio en boek: uiterlijk in de week na de herfstvakantie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws van de dag 
Keuze uit: 
Willen jullie een stelling behandelen 
Of 
Of 7:30 minuut kijken naar het nieuws in makkelijke taal? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling van de dag 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Overheid mag niet ingrijpen:

-Vrijheid van meningsuiting 
-Vrijheid van drukpers
-Godsdienstvrijheid
Overheid heeft plichten:

Onder andere: 
Zorgen voor werkgelegenheid 
-Gezondheid 
-Onderwijs




Klassieke grondrechten

Overheid mag niet ingrijpen

Onder andere:
-Vrijheid van meningsuiting 
-Vrijheid van drukpers
-Godsdienstvrijheid






Sociale grondrechten

Overheid heeft verplichtingen 

Onder andere
-Werkgelegenheid 
-Gezondheid 
-Onderwijs
H6.1 Grondwet: heeft 23 grondrechten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.2 Hoe is het Nederlands recht georganiseerd?
  • In een rechtstaat heeft de rechterlijke macht het laatste woord. 
  • Rechterlijke macht zijn de rechters 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.2 
Welke 3 eisen moeten rechters voldoen om objectief te zijn?

  1. Onafhankelijk: niemand kan rechter vertellen wat ze moeten doen, ook de minister-president of de koning
  2. Onpartijdig: Rechters, of hun familieleden of vrienden, mogen niks met de behandelde zaak te maken hebben. 
  3. Van onbesproken gedrag: Rechter mag geen strafblad hebben. Geen persoonlijke mening op sociale media geven.  


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.2 Hoe komt een rechter tot oordeel?
  • Wetten: beschreven in de wetboeken, zoals de leerplicht.
  •  Verdragen: zoals Europese afspraak over het verbod op de doodstraf.
  • Jurisprudentie: vergelijkingen uit eerdere vergelijkbare rechtszaken.
  • Gewoonte: recht op ongeschreven rechten zoals een bonus van de werkgever.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.3 Aan het einde van de les:
  • Kun je de 4 soorten recht opnoemen.
  • Kun je de stappen benoemen om tegen een beslissing van de overheid in te gaan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.3 Wetten zijn verdeeld in 4 rechtsgebieden
  1. Burgerlijk recht (civiel of privaatrecht)
  2. Bestuursrecht
  3. Strafrecht
  4. Staatsrecht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Burgerlijk recht
Burgerlijk recht of privaatrecht of civielrecht.
  • Als burgers het ergens niet over eens zijn, kunnen ze de rechter om een beslissing vragen.
  • Tussen burgers onderling, of burgers en rechtspersonen.

Rechtspersonen zijn bijvoorbeeld bedrijven en instellingen.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden? 
Bewoner heeft last van geluidsoverlast van een restaurant aan de overkant. 
Bestuursrecht
Hoe moet de overheid het land besturen?

  • Bijv. Als iemand arbeidsongeschikt is, krijgt deze persoon een uitkering.
  • Als iemand nieuw is in NL, heeft hij een inburgeringsplicht.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht
Gaat over wat burgers in Nederland wel/niet mogen doen.

  • Als iemand wildplast, krijgt hij/zij een boete.
  • Als iemand beroofd is, kan hij/zij aangifte doen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsrecht
Dit gaat over de organisatie van de Nederlandse staat.

Enkele voorbeelden
  • Iedere Nederlander moet zich houden aan de Grondwet.
  • Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer heb je te maken met het staatsrecht?
A
Wanneer je Tweede Kamerlid wilt worden
B
Wanneer je ruzie hebt met je buren over de erfgrens
C
Als je wilt scheiden van je partner
D
Als je belastingaangifte moet doen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6.4 Aan het einde van de les:
  • Ken je het verschil tussen een overtreding en een misdrijf.
  • Kan je uitleggen waarom een straf volgens jou wel of niet rechtvaardig is.
  • Ben je bewust van feiten die de uitspraak van een rechter beïnvloeden. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straf
Wet overtreden?

Strafbaar feit

Wetboek van Strafrecht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten strafbare feiten
Overtredingen en misdaden

Slide 20 - Tekstslide

Vraag aan de klas: Welk 2 soorten strafbare feiten hebben we in Nederland?

2 soorten strafbare feiten
Overtreding 
Misdaad
Lichte strafbare feiten:
Overtreden van een regel
Zwaardere strafbare feiten:
Schade aan personen en/of goederen
Voorbeelden:
- Straatvervuiling
- Openbare dronkenschap
- Verkeerd parkeren
Voorbeelden:
- Rijden onder invloed
- Moord
- Diefstal 
Straf: Geldboete / taakstraf
Straf: Strafblad + boete / taakstraf / gevangenisstraf 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik overtreed de wet, wat dan?
Bij een strafbaar feit heeft het Openbaar Ministerie (OM) de leiding over het strafrechtelijk onderzoek.


Een officier van justitie leidt namens het OM het onderzoek van de politie.

Als er een verdachte in beeld is, dan wordt deze opgepakt door de politie.
- verhoor - officier van justitie - vervolging en welke straf.
- dagvaarding - vonnis van rechter.

Als de verdachte is veroordeeld, is hij geen verdachte meer maar dader.


Slide 22 - Tekstslide

Extra: Vertellen wat voor soort feiten de uitspraak van de rechter beïnvloeden, denk hierbij aan een stoornis waardoor de verdachte deels ontoerekeningsvatbaar is. Of als de dader bijvoorbeeld zijn excuses aanbied en oprecht schuldbewustzijn toont. 
Iets om over na te denken
Hoe hoger iemands inkomen, hoe hoger de boete.

Een crimineel moet strafvermindering krijgen als hij besluit te getuigen tegen andere criminelen. 

Om te zorgen dat mensen minder overtredingen en misdrijven begaan, moet er zwaarder gestraft worden. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraagje
Wat zou je graag meer willen in de lessen burgerschap?

Bijvoorbeeld meer werktijd, meer herhaling, meer uitleg, meer filmpjes, enzovoort.

Vul het papiertje in. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken 
  • Boek 
  • Portfolio

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Fijne herfstvakantie!
Bedankt voor jouw bijdrage en inzet tijdens deze les! 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies