004 A2B 6 september 2023

Noteer steeds de juiste spelling van het werkwoord en zet erbij GW of PVTT:

1. ... (schudden) je haar eens los.
2. ... (raden) je ook weleens wie De Mol is?
3. Nabil ... (worden) door Lee-Ann ingehaald tijdens de 500 meter sprint.
4. ... (bidden) je beste vriend Omar voor het eten?
5. ... (maken) die appeltaart af voor de visite komt!
6. De herfst is een gezellig seizoen, ... (vinden) je niet?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Noteer steeds de juiste spelling van het werkwoord en zet erbij GW of PVTT:

1. ... (schudden) je haar eens los.
2. ... (raden) je ook weleens wie De Mol is?
3. Nabil ... (worden) door Lee-Ann ingehaald tijdens de 500 meter sprint.
4. ... (bidden) je beste vriend Omar voor het eten?
5. ... (maken) die appeltaart af voor de visite komt!
6. De herfst is een gezellig seizoen, ... (vinden) je niet?

Slide 1 - Tekstslide

Noteer steeds de juiste spelling van het werkwoord en zet erbij GW of PVTT:

1. SCHUD (gw) je haar eens los.
2. RAAD (pvtt) je ook weleens wie De Mol is?
3. Nabil WORDT (pvtt) door Lee-Ann ingehaald tijdens de 500 meter sprint.
4. BIDT (pvtt) je beste vriend Omar voor het eten?
5. MAAK (gw) die appeltaart af voor de visite komt!
6. De herfst is een gezellig seizoen, VIND (pvtt) je niet?

Slide 2 - Tekstslide

Programma

Slide 3 - Tekstslide

LEERDOEL:
Ik kan Engelse werkwoorden op de juiste manier vervoegen in de Nederlandse taal. 

Slide 4 - Tekstslide

Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden.

Slide 5 - Woordweb

Vervoeging Engelse werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Basisregel
De ik-vorm van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen (relaxen – relax; e-mailen – e-mail). Soms moet je alleen een -n verwijderen: racen – race; timen – time.      --> uitspraak! 

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijven we een enkele medeklinker (basketballen – basketbal), tenzij dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen – paintball).

Slide 8 - Tekstslide

Dus hoe doen we dat?
Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden.

1. In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je ik-vorm, ik-vorm + t of het hele werkwoord. Bijvoorbeeld: basketbal, basketbalt, basketballen.

2. In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je ‘t (e) x - f (o) k s ch (aa) p. Het gaat daarbij om de laatste letter van de stam (hele werkwoord -en). Bijvoorbeeld: – mixen, ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt
– gamen, ik game, hij gamet, ik gamede, ik heb gegamed





Slide 9 - Tekstslide

Let op!
Soms krijg je een uitspraakprobleem wanneer je Engelse werkwoorden vervoegt.
Je behoudt dan soms de "e" om dit te voorkomen. 
Kijk maar eens:
Racen - stam = rac. 
Verleden tijd = racete, want racte klinkt niet goed. 

Slide 10 - Tekstslide

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
De computer crashed tijdens de les
B
De computer crasht tijdens de les
C
De computer crashet tijdens de les
D
De computer crash't tijdens de les

Slide 11 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:30
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 12 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:30
A
De leerling stresste tijdens de toetsweek
B
De leerling streste tijdens de toetsweek
C
De leerling stressde tijdens de toetsweek
D
De leerling stresde tijdens de toetsweek

Slide 13 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:30
A
Gisteren racede ik naar huis
B
Gisteren racte ik naar huis
C
Gisteren racete ik naar huis
D
Gisteren racde ik naar huis

Slide 14 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën?
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 15 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen?
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 16 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen?
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 17 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 18 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Bob logt in en downloadt een document.
B
Bob logd in en download een document.
C
Bob logt in en download een document.
D
Bob logt in en downloat een document.

Slide 19 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.

Slide 20 - Quizvraag

Welke stelling is waar?
A
Engelse werkwoorden vervoeg je anders dan Nederlandse.
B
Engelse werkwoorden gebruik je eigenlijk niet in het Nederlands.
C
De dubbele medeklinker aan het eind wordt altijd weggehaald.
D
De stam van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen.

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak van Cursus 7 §11 opdracht 1 t/m 4 (blz. 262/263)
Gebruik het groene blok op p. 262

Klaar? Lees of schrijf verder aan je verhaal.
timer
18:00

Slide 22 - Tekstslide

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!
Online:
Cursus 1 Meer dan Lezen
§ 1 Herhaling leerjaar 1 vwo -  opdracht 1
Klaar? Lees of schrijf verder aan je verhaal.
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Pak nu je wisbordje!

Slide 25 - Tekstslide

Ik .... (appen) mijn beste vriend gisteren.

Slide 26 - Open vraag

Mijn vader ........ (managen) vroeger altijd alles.

Slide 27 - Open vraag

Zijn vriend (relaxen) gisteren bij hem thuis.

Slide 28 - Open vraag