D4: 17. De kandidaat kan binnen een specifieke context beredeneren wat de effecten zijn van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen op de affectieve bindingen in een samenleving.

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen dat staatsvorming en natievorming niet altijd parallel lopen.
  •  Je kunt uitleggen dat de sociale cohesie binnen taalgebieden, stammen, regio’s of tussen mensen met een bepaald geloof sterker is dan de bindingen met de staat.
  • Je kunt de twee visies beschrijven op nationale cultuur en identiteit.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen dat staatsvorming en natievorming niet altijd parallel lopen.
  •  Je kunt uitleggen dat de sociale cohesie binnen taalgebieden, stammen, regio’s of tussen mensen met een bepaald geloof sterker is dan de bindingen met de staat.
  • Je kunt de twee visies beschrijven op nationale cultuur en identiteit.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat staatsvorming en natievorming niet altijd parallel lopen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de Nederlandse cultuur na de jaren'60 veranderd?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De modernisten 
- benadrukken dat verhalen en mythen over de nationale identiteit vaak bedacht zijn om de bindingen met de staat en de sociale cohesie tussen de inwoners van een staat te versterken.

-Deze mythen en beelden over de Nederlandse natie en cultuur  zijn een stereotype, zoals "de dominee en de koopman"

Mythes zijn echter wel van belang omdat ze hun eigen realiteiten scheppen.
Critici van de modernistische school 
 kijken er anders tegen aan:

- Nederlanders hebben volgens hen een neiging tot idealisme, pacifisme en zijn goed in moraliseren. 
 - Nederlanders hechten aan compromissen, orde, netheid, regelmaat, matigheid, zelfbeschikkingsrecht en tolerantie. 

Volgens deze wetenschappers komt het sluiten van compromissen voort uit de gezamenlijke strijd tegen het water of uit de federale structuur van de Republiek.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands buitenlandbeleid
Koopman - eigen belang en handel
Dominee - beschermen van mensenrechten

Nederland is een open economie en een exportland. 
Duidelijke regelgeving in het internationale verkeer is van belang.
Echter, ook kritiek op het Atlantische, Europese en multilaterale buitenlandsbeleid.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tradities en mythen
Sociale intituties: een complex van min of meer geformaliseerde regels die gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus samenwerken!
Compromis: afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering en individualisering
zorgen voor veranderende visies
Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht
Het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • Je kunt uitleggen hoe bindingen beïnvloed worden door ‘positietoewijzing’ en ‘positieverwerving’.
  • Je kunt uitleggen hoe de cultuuruniversalisten en de cultuurrelativisten tegen de multiculturele samenleving aankijken.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
In Nederland is er gelijkheid: mensen met een migratieachtergrond kunnen dezelfde maatschappelijke positie bereiken als mensen met een Nederlandse achtergrond.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een multiculturele samenleving blijft de behoefte aan bindingen bestaan
 Je wilt je thuis voelen in je leefwereld. Mensen hebben affectieve bindingen met de sociaal-culturele omgeving nodig.

Omgaan met gemis en eenzaamheid is gemakkelijker voor mensen die zich oriënteren op de eigen groep. Dit gaat ook op voor autochtone bewoners die in wijken wonen waar zij zich minder thuis voelen door de komst van allochtonen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Migranten identificeren zich met de eigen groep en/of met het met het land van herkomst.
- Sterke bindingen binnen de eigen etnische groep maken het moeizamer en minder noodzakelijk om bindingen buiten de groep aan te gaan. Dit geldt ook voor autochtone Nederlanders.

Er kan dus een onderscheid gemaakt worden tussen oorzaken en factoren aan de kant van de samenleving (positietoewijzing) en oorzaken en factoren aan de kant van de etnische minderheden (positieverwerving).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positietoewijzing 


Het proces van positietoewijzing verwijst naar maatschappelijke oorzaken,

waardoor een persoon of groep op een bepaalde positie terechtkomt. 


Deze maatschappelijke oorzaken werken van buitenaf op de persoon of groep in: mensen hebben er zelf geen invloed op.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden positietoewijzing
  • vooroordelen en stereotypen + 
  • het wonen in 'witte' wijken of 'zwarte' wijken. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieverwerving
Het proces van positieverwerving verwijst naar het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of de groep waartoe hij behoort. 



Wie vinden jullie het beste voorbeeld van positieverwerving?


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden positieverwerving
  • het wel of niet leren van het Nederlands 
  • het wel of niet afmaken van een opleiding

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VOORBEELD
Er zijn verschillende factoren die de kans op schoolsucces beïnvloeden. Positietoewijzing en positieverwerving spelen hierbij een rol. Hieronder staan twee voorbeelden.

a. Voorschoolse opvang verplicht stellen voor kinderen met een taalachterstand
b. Kennis en vaardigheden van ouders om kinderen op een hoog niveau van onderwijs geplaatst te krijgen.

Leg voor ieder voorbeeld (a en b) uit of er sprake is van positietoewijzing en positieverwerving.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van .... ,  omdat ...

Bij voorbeeld B is sprake van ... , omdat ...

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORD
Bij voorbeeld A is sprake van positietoewijzing,  omdat het verplicht stellen van opvang verwijst naar een maatschappelijke
oorzaak die van buitenaf de positie van kinderen bepaalt.

Bij voorbeeld B is sprake van positieverwerving, omdat kennis en vaardigheden verwijzen naar de eigen bijdrage van de
groep die de positie van kinderen bepaalt.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurrelativisme: twee uitwerkingen
  • Culturen zijn gelijkwaardig en ruimte geven aan elkaars cultuur.
  • Mensen kunnen niet ontsnappen aan hun culturele achtergrond: samenleven met andere culturen is onmogelijk(monoculturele samenleving). 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuuruniversalisme: twee uitwerkingen
  • In alle culturen gaat het om dezelfde menselijke praktijken: opvoeden van kinderen en het bereiden van voedsel.
  • Culturen beoordelen aan de hand van universele waarden: culturele praktijken en opvattingen bekritiseren. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

'Boeren in het openbaar is onbeleefd.'
Eens of oneens?
 'Boeren in het openbaar is onbeleefd.'
Eens of oneens?
Eens
Oneens

Slide 34 - Poll

Boeren is een voorbeeld van de manier waarop culturen relatief zijn. In het Westen is het laten van een boer over het algemeen ongepast, terwijl dat in China juist beleefd is en je laat zien dat het eten gesmaakt heeft.

Een ander voorbeeld: volgens antropoloog Franz Boas hebben de Inuit wel 60 verschillende woorden om (verschillende soorten) sneeuw aan te duiden, terwijl wij er veel minder kennen. Dit heeft dus te maken met je referentiekader.
Relativiteit
Culturen zijn relatief. Wat in de ene cultuur normaal is, hoeft dat in de andere cultuur niet te zijn. Wat 'normaal' is, heeft te maken met je referentiekader.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies