herhalingsles 2.3 2.4 en 2.5

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen er bij
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen er bij

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel
je kan een aantal begrippen van dit hoofdstuk en kan deze uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we doen?
stukje herhalen (2.3 t/m 2.5)
30 secondsspel maken
30 secondsspelen
afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen 2.3
vanaf blz 111
je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
je kunt de verteringssappen benoemen met hun functies.

Slide 4 - Tekstslide

speeksel
bestaat uit water, enzymen en slijm.

speeksel helpt bij het slikken en de enzymen in je speeksel zorgen voor de afbraak van zetmeel.

Slide 5 - Tekstslide

maagsap
wordt gemaakt door maagsapklieren. dood bacteriën door zuur en bevat enzymen die eiwitten afbreken. de maagportier bepaald wanneer voedsel door mag

Slide 6 - Tekstslide

reflux
maag klep sluit niet goed en een baby ligt veel.

wat gebeurt er dan?

hoe kan je dit oplossen?

Slide 7 - Tekstslide

 twaalfvingerige darm
hier gebeurt veel!
de lever maakt gal en slaat dit op in de galblaas. doormiddel van de galbuis komt het gal in de alvleesklier. daar wordt het alvleessap en gal via de afvoerbuis naar de twaalfvingerige darm gebracht 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

wat doet gal?
wat doet alvleessap

verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.

Slide 10 - Tekstslide

darmsap
wordt gemaakt in de darmsapklieren
Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten enkoolhydraten afmaken.

Slide 11 - Tekstslide

leerdoelen 2.4
vanaf blz 124
Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 12 - Tekstslide

de schijf van vijf
wie heeft er wel eens van gehoord?
wat is het precies?

kijk mee op blz 122

Slide 13 - Tekstslide

Schijf van 5

Slide 14 - Tekstslide

de 5 vakken
1 Veel groente en fruit (groen)
2 Zachte en vloeibare vetten (geel)
3 Meer plantaardig, minder vlees (roze)
4 Vooral volkoren (oranje)
5 Dorstlessers zonder suiker (blauw)

Niet te veel en niet te vaak

Slide 15 - Tekstslide

slapen: 5 kJ                  lopen: 18 kJ               rennen: 30 kJ              traplopen: 46 kJ        wedstrijdroeien: 54 kJ
per minuut

Slide 16 - Tekstslide

BMI
body mass index
















Leeftijd
BMI
BMI
Meisjes
Jongens
12
15,6–21,7
15,8–21,9
13
16,3–22,6
16,4–22,6
14
16,9–23,3
17,0–23,3

Slide 17 - Tekstslide

eetstoornissen
anorexia nervosa
6% overlijd
boulimia nervosa
4% overlijd
eetbuistoorenis

Slide 18 - Tekstslide

leerdoelen 2.5
vanaf blz 137
Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 19 - Tekstslide

conserveringsmiddelen
suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet zijn conserveringsmiddelen.
Deze middelen remmen bacteriën en schimmels.
suiker en zout werkt alleen in hoge concentraties. 
In Jam wordt suiker toegevoegd als
conserveringsmiddel en bij vlees vaak zout.

additieven worden soms ook toegevoegd

Slide 20 - Tekstslide

invriezen/koelen
Wanneer je iets bevriest gebeurt er niets meer mee. Bacteriën en schimmels blijven wel in leven maar kunnen zich niet meer bewegen of vermeerderen.

Bij koelen vertraag je de groei en deling
van bacteriën en schimmels. 

Slide 21 - Tekstslide

pasteuriseren
Hierbij verhit je het product kort tot 72 graden. De meeste bacteriën en schimmels gaan dood maar niet alle! Dit is een snelle methode om een product langer houdbaar te houden. dit gebeurd veel bij melk.

Slide 22 - Tekstslide

drogen
Wanneer wij geen water (vocht) meer binnen krijgen zullen we uiteindelijk uitdrogen en sterven. dit geld ook voor bacteriën en schimmels. Door alle vocht uit een product te halen kan er geen bacterie of schimmel in groeien.

Slide 23 - Tekstslide

verpakken
Gas verpakken of vacuüm verpakken zorgt er voor dat er geen zuurstof meer aanwezig is. Er is dan geen zuurstof om in te groeien. Een gas dat toegevoegd kan worden is bijvoorbeeld stikstof of koolstofdioxide.

Slide 24 - Tekstslide

doorstralen
Door middel van radioactieve straling kan je bacteriën en schimmels in een voedingsmiddel doden. Soms remt het alleen de groei. Deze methode mag alleen
gebruikt worden bij producten
waarbij de kans op aanwezigheid 
van ziekteverwekkers groot is.

Slide 25 - Tekstslide

30 seconds spel maken
zoek alle begrippen op en schrijf deze op de kaartjes

Slide 26 - Tekstslide

30 seconds spelen
pak een kaartje, en omschrijf het begrip zonder het woord zelf te noemen. De andere speler moet dit begrip raden, probeer zo veel mogelijk te raden binnen 30 seconden.

Slide 27 - Tekstslide

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 28 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 29 - Quizvraag

Vitamines zijn
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 30 - Quizvraag

Voedingsmiddelen bevatten:
A
Zand
B
Voedingstoffen
C
Vitaminen
D
Water

Slide 31 - Quizvraag

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Enzymen zijn voor de
A
Mechanische vertering
B
Chemische vertering

Slide 33 - Quizvraag

Vertering met behulp van gal is
A
mechanische vertering
B
chemische vertering
C
geen van beiden

Slide 34 - Quizvraag

In de mond begint de vertering?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag