7.4 Voedsel verteren

7.4 Voedsel verteren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.4 Voedsel verteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
les instructie:
1. Kort herhalen vorige lessen
2. Uitleg onderdelen verteringsstelsel
3. Maken opdrachten spijsvertering
4. (Tekening spijsverteringsstelsel )
Oefenen met vragen over de lesstof
Nodig: 
boek en werkboek/ laptop

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen
1. Voedingsstoffen hebben 4 functies. Noem de functies op.
2. Wat zijn voedingsvezels en wat is hun functie?
3. Welke stoffen worden niet verteerd?
4. Welk orgaan produceert gal?
5. Noem 2 functies van darmperistaltiek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verteren
  • Het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen
  • De vertering gebeurt in twee stappen: 
  1. Voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen
  2. Voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringsstappen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteren
Sommige stoffen worden niet verteerd en kunnen meteen in het bloed worden opgenomen:
  • glucose
  • mineralen
  • vitaminen
  • water

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteren
Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand heen.
Dat zijn:
  •  Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten
Deze voedingsstoffen moten dus eerst worden verteerd voordat ze kunnen worden opgenomen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het gebit
  • Met je snij en hoektanden bijt je stukken van het voedsel af
  • Met je kiezen maal je het voedsel fijn
  • Functie gebit: het voedsel in kleine stukjes verdelen bv. door kauwen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mondholte
  • Met je tanden en kiezen wordt het voedsel in stukken verdeeld. 
  • Er komt speeksel bij het voedsel.
  • In speeksel zit een enzym dat zetmeel in kleinere stukjes kan hakken. Het zetmeel verandert dan in glucose.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen
  • Veel verteringssappen bevatten enzymen 
  • Enzymen zijn stoffen die de vertering versnellen, ze zorgen ervoor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsklieren
  • De speekselklieren: Maken speeksel 
  • De maagsapklieren: maken maagsap
  • De lever: maakt gal
  • De alvleesklier: maakt alvleessap
  • De darmsapklieren: maken darmsap

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsvezels
  • Stoffen uit planten die je lichaam niet
kan verteren

  • Voedingsvezels zijn nodig voor een
goede darmwerking

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lever
  • Functie: produceert gal
  • Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas en afgevoerd via de galbuis
  • Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes ( emulgeren)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier
  • Functie: Alvleessap produceren 
  • Maakt ook het hormoon insuline
  • Insuline zorgt ervoor dat je bloedsuiker spiegel op peil blijft

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
  • Functie: het voedsel tijdelijk opslaan
  • Maagportier: kringspier die de maag afsluit
  • Maagsap bevat zoutzuur, dat bacteriën doodt

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12 vingerige darm
Functie: gal en alvleessap vermengen met het voedsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie darmperistaltiek
  • voedsel wordt gekneed
  • voedsel wordt verplaatst
  • Voedsel wordt gemengd met spijsverteringssappen 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed
in de dunne darm zitten veel darmplooien en darmvlokken
Darmsap klieren produceren darmsap

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmvlokken in de dunne darm

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endeldarm
  • Functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedselresten
( ontlasting) 
Anus: kringspier die de endeldarm afsluit

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm
  • Functie: water onttrekken aan de onverteerbare voedselresten, de resten worden daarbij ingedikt.
  • Het water wordt opgenomen in het bloed

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
7.4: Spijsverteringsorganen
Maak alle opdrachten
- Daarna: Samenvatten + Test jezelf 7.4
- Doornemen Lessonup
- Allemaal afgerond? Meld het!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht voor in de les
Maak een samenvatting /mindmap van de Samenvatting van thema 7 Eten
7.1 t/m 7.4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsorganen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun jij de volgende onderdelen benoemen?
Zie blz. 109

timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Deel of laat uitdelen een klein notitieblaadje. 
Antwoorden.
Hoeveel had jij er goed?
1. Mondholte
2. Slokdarm
3. Lever
4. Galblaas
5. Maagportier
6. 12-vingerige darm
7. Blinde darm
8. Wormvormig aanhangsel
9. Anus
10. Speekselklieren
11. Maagwand
12. Galbuis
13. Maag
14. Alvleesklier
15. Dikke darm
16. Dunne darm 
17. Dunne darmwand
18. Endeldarm

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies