3de 4de naamval

• Duits
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 5

3de 4de naamval

Hoe zit het ook alweer met de keuzevoorzetsels?

1. Ik mag zelfs bepalen welke naamval ik gebruik.
2. Je gebruikt of de 3e of de 4e naamval.
3. Je gebruikt of de 1e of de 2e naamval.
4. Bij een keuzevoorzetsel mag je een lidwoord kiezen.

Hoe bepaal je welke naamval aan bod komt?

1. Het is zo net als met het weer. Heb je geen invloed op.
2. Dat bepaal ik zelf.
3. Als je er bent komt de 4e naamval n als je er bent komt de 3e .
4. Als je er bent komt de 3e naamval en als je er komt de 4e.

En wat is de 7/2 regel?

de 7/2 regel is....

1. ...hoort niet bij de grammatica.
2. ...7 voorzetsel krijgen de 3e en 'auf' und 'über' de 4e.
3. ...als je er komt en er bent niet kunt toepassen.
4. ...dat 7 van twee keer komt de 3e naamval.

werkwoorden?????

Er zijn werkwoorden die altijd de 4e naamval gebruiken.

Ga in je grammatica handboek naar blz. 26.

Kijk naar je spickzettel op blz. 134.

denken an

sich gewöhnen an

sich verlieben in

glauben an

schicken an

sich erinnern an

übersetzen in

sich verwandeln in

sich mischen in

denken aan

wennen aan

geloven in

verliefd worden op

sturen aan

zich herinneren aan

zich veranderen in

vertalen in/naar

zich mengen in

Ich kann mich an ......Mann (m) nicht gewöhnen.

1. der Mann
2. dem Mann
3. den Mann
4. das Mann

Ich stehe an ....Kasse (v).

1. die
2. der
3. dem
4. des

Ich lege das Buch auf ..... Tisch (m).

1. die
2. der
3. den
4. dem

Peter hat sich in ......Frau (v) verliebt.

1. der
2. die
3. den
4. dem

Ich denke oft an.......Ferien (mv) zurück.

1. das Ferien
2. der Ferien
3. die
4. dem

Die Raupe verwandelt sich in ...... Schmetterling (m).

1. ein
2. eine
3. einen

Grammatik F

Welche Verben mit Wechselpräpositionen sind Ausnahmen und haben immer den 3. Fall?

ankommen an/in

erscheinen an/in

landen auf

Platz nehmen auf/in

verschwinden in