Sociale problematiek les 5 - handelingsplan

Sociale problematiek 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sociale problematiek 

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding

Uitleg over de eindopdracht
Wat heb je nodig? 
- Boeken ontwikkeling en activiteiten
- Telefoon 



Slide 2 - Tekstslide

Deze les
We hebben het de afgelopen lessen gehad over verschillende beperkingen en
stoornissen die je kan tegenkomen in het werkveld. 

Om deze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden wordt er een handelingsplan opgesteld. 

Deze les leren jullie wat een handelingsplan is en hoe je deze opstelt. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al over een handelingsplan?

Slide 4 - Open vraag

Een handelingsplan als uitgangspunt
In de kinderopvang en in het onderwijs zijn er veel kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Je hebt kinderen met ADHD of ASS, maar ook kinderen die zich slecht kunnen consenteren of faalangst hebben. 

Voor kinderen die een ontwikkelingsachterstand hebben of bijzonder gedrag vertonen wordt vaak een handelingsplan opgesteld.

Het handelingsplan is altijd een persoonlijk plan waar doelen, methoden en middelen staan die gericht zijn op het ondersteunen van de ontwikkeling. 

Een handelingsplan is altijd gekoppeld aan een tijdpad. 

Slide 5 - Tekstslide

Signaleren, observeren en rapporteren
Wanneer je een kindje begeleidt a.d.h.v. een handelingsplan is het belangrijk om daarover te rapporteren. 

Er wordt iets gesignaleerd, geobserveerd (vooruitgang, stilstand of achteruitgang, daarover wordt gerapporteerd. 

Slide 6 - Tekstslide

Wie heeft er ervaring met het begeleiden van een kindje a.d.h.v. een handelingsplan?

Slide 7 - Open vraag

Het handelingsplan
Het handelingsplan bestaat uit 6 stappen

  1. Beginsituatie vaststellen
  2. Probleem formuleren
  3. Doel bepalen
  4. Plan maken
  5. Plan uitvoeren
  6. Evalueren

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1 - Beginsituatie vaststellen
Gegevens noteren: Naam, leeftijd, interesses, karakter en ontwikkeling van het kind. Welke observaties zijn er al gedaan, staan er bijzonderheden in het LVS?

Omstandigheden thuis: Zijn er bijzonderheden in de thuissituatie, hebben zich bijzondere situaties voorgedaan zoals scheiding, overlijden, verhuizing. Hoe kijken ouders aan tegen het probleem?

Omgevingsfactoren opvang/triggers : Zijn er bepaalde factoren die het gedrag uitlokken, waar vind het gedrag plaats en in welke context. 

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2 - probleem formuleren
Analyseer wat er aan de hand is, probeer het vanuit het perspectief van het kind te bekijken, welke vraag zou het kind aan jou stellen? 

  • Hoe kan ik omgaan met mijn boosheid en driftbuien? 
  • Help mij om vrienden te maken en te behouden
  • Help mij om op een ontspannen manier bezig te gaan aan mijn werkjes
  • help mij om mijzelf op een positieve manier te zien en meer zelfvertrouwen op te bouwen.


Slide 10 - Tekstslide

Stap 2 - Probleem formuleren
Om het probleem te formuleren beschrijf je:

  1. De ongewenste situatie
  2. Het probleem van het kind
  3. De verschillende kanten van het probleem
  4. De begeleidingsbehoefte/hulpvraag van het kind
  5. De gewenste situatie

Slide 11 - Tekstslide

Stap 3 - doel bepalen
Na het beschrijven van het probleem bedenk je naar welk resultaat je toe wilt werken. 

  1. Welke doelen stel je met ouders en/of collega's op?
  2. Wat is de ideale situatie? 

Formuleer de doelen SMART

Slide 12 - Tekstslide

Waar staan de letters SMART voor?

Slide 13 - Open vraag

Stap 4 - een plan maken
Wat ga je concreet doen om je doel te bereiken? 

  1. Wie doet welke taken? Wie is waarvoor verantwoordelijk?
  2. Wat ga je precies doen? 
  3. Waar vind de activiteit of actie plaats? In de groep of apart?
  4. Wanneer vind de activiteit of actie plaats? Dagelijks? Wekelijks? Hoeveel tijd heb je nodig?
  5. Voor welke werkwijze kies je? 

Slide 14 - Tekstslide

Stap 5 - plan uitvoeren
Bij het uitvoeren van het pan gaat het erom wat je precies doet met het kind of ouders om je doel te bereiken. 

Jij ziet het kindje wellicht dagelijks op de groep en speelt een belangrijke rol in het uitvoeren. 

Jij signaleert, observeert en rapporteert. 

Slide 15 - Tekstslide

Stap 6 - evalueren
Na het uitvoeren wil je zeker weten of je plan is bereikt
Je bespreekt met collega's en of ouders hoe de periode is verlopen. 

  • Evaluatie van het proces en de uitvoering
  • De resultaten vaststellen
  • Zo nodig het plan bijstellen of casus sluiten. 

Slide 16 - Tekstslide

Maak tweetallen

Slide 17 - Tekstslide